Naar boven ↑

Rechtspraak

werknemer/Stichting SNS Reaal Fonds
Rechtbank Midden-Nederland, 30 oktober 2012
ECLI:NL:RBUTR:2012:BY5235

werknemer/Stichting SNS Reaal Fonds

Ontbindingsverzoek werknemer nadat SNS Reaal Fonds het UWV WERKbedrijf om toestemming voor opzegging heeft verzocht. Aangevoerde ziekmakende situatie en vertrouwensbreuk is onlosmakelijk verbonden met de aanzegging van ontslag vanwege bedrijfseconomische redenen. Afwijzing ontbindingsverzoek

Werknemer (58 jaar) is sinds 1997 in dienst van SNS Reaal N.V. Per 1 februari 2008 is hij in dienst getreden van SNS Reaal Fonds. Op 5 september 2012 heeft SNS Reaal Fonds het UWV WERKbedrijf om toestemming voor opzegging van de arbeidsovereenkomst verzocht. Thans verzoekt werknemer ontbinding. Hij stelt dat hoogst onzorgvuldig met hem is omgegaan. Het onaangekondigd afbreken van de gesprekken over een regeling ter zake het aangekondigde ontslag is voor werknemer de druppel geweest. Bovendien is hij arbeidsongeschikt geworden en ervaart hij grote spanningsklachten. De situatie is zo ernstig dat het langer laten voortduren van de arbeidsovereenkomst zijn gezondheid bedreigt.

De kantonrechter oordeelt als volgt. Zowel de ziekmakende situatie als het wegvallen van het vertrouwen is onlosmakelijk verbonden met de kwestie van de aanzegging van ontslag vanwege bedrijfseconomische redenen. Aan die onlosmakelijkheid van de band moet de conclusie worden verbonden dat het zozeer gerelateerd en gelieerd is aan de feiten en omstandigheden die in de procedure bij UWV WERKbedrijf moeten worden behandeld, dat onvoldoende sprake is van voldoende dragende en zelfstandige veranderingen in de omstandigheden die billijkheidshalve spoedig tot een einde van de dienstbetrekking moeten leiden. Dit zou alleen dan nog anders kunnen zijn, indien voldoende aannemelijk zou zijn geworden dat de ziekmakende situatie en/of de weggevallen vertrouwensband al eerder dan bij de indiening van een ontslagaanvraag wegens bedrijfseconomische redenen de verhouding tussen partijen bepaalde, terwijl de ziekmakende omstandigheden dan wel een vertrouwen ondermijnend optreden van de werkgever jegens de werknemer bovendien zo klemmend moeten zijn dat de arbeidsovereenkomst daadwerkelijk op zeer korte termijn ontbonden zou moeten worden vanwege de ondraaglijkheid van de toestand. Dat is evenwel onvoldoende aannemelijk gemaakt. Indien dan ten slotte het verzoek enkel zou worden gegrond op de wens om een ontbindingsvergoeding te ontvangen, dan vormt ook dat een onvoldoende gewichtige reden in de zin van artikel 7:685 BW. Volgt afwijzing van het ontbindingsverzoek.