Rechtspraak
X/Y
X is tot 1 juli 2012 de formele werkgever geweest van werknemer. Werknemer is aan Y uitgeleend. Tijdens de werkzaamheden voor Y is werknemer een ongeval overgekomen. Een werknemer van Y bestuurde een kraan, waarbij een damwandplank is losgeraakt. Werknemer is door de damwandplank geraakt als gevolg waarvan zijn linkerbeen geamputeerd moest worden. Werknemer heeft Y aansprakelijk gesteld voor zijn schade. De verzekeraar heeft aansprakelijkheid erkend. Thans stelt X Y op grond van artikel 6:107a BW jo. 6:170 BW aansprakelijk voor onder meer de kosten voor loondoorbetaling en re-integratiekosten.
De rechtbank oordeelt als volgt. In artikel 6:107a BW lid 4 is een beperking op het verhaalsrecht van de werkgever opgenomen en wel in die zin, dat verhaal op een andere werknemer slechts mogelijk is in geval van opzet of bewuste roekeloosheid van die werknemer (het zogenaamde ‘collega-verweer’). Blijkens de parlementaire geschiedenis heeft de wetgever bij het beperken van het regresrecht met name het oog gehad op andere werknemers van dezelfde werkgever. De beperking ziet gelet op de strekking van de wetsgeschiedenis echter niet op de situatie dat de formele werkgever (X) haar regresrecht uitoefent op een inlenende onderneming (Y) wiens werknemer een werknemer van de formele werkgever arbeidsongeschikt heeft doen worden. Het ‘collega-verweer’ kan slechts worden gevoerd door een ‘collega’ en gaat niet zo ver dat het ook kan worden ingeroepen door een inlenende materiële werkgever, ook al werkten de gewonde werknemer en de schadeveroorzakende werknemer van de inlener samen als waren zij collega’s. Y is in de onderlinge verhouding met X ook geen ondergeschikte in de zin van artikel 6:170 lid 1 BW. Artikel 6:107a lid 2 BW is mitsdien van toepassing in de verhouding tussen X en Y als aansprakelijke derde. De door X opgevoerde schadeposten worden afzonderlijk beoordeeld. Partijen krijgen de mogelijkheid zich bij akte over de schadeposten uit te laten. Volgt aanhouding van de zaak.