Rechtspraak
Gerechtshof 's-Hertogenbosch, 18 december 2012
ECLI:NL:GHSHE:2012:BY7148
Makelaardij X. & Y. B.V./werknemer
Werkneemster (geboren 1950) is op 1 februari 1994 in dienst getreden van werkgever (Makelaardij) als administratief medewerkster. Begin 2009 heeft werkgever toestemming gevraagd aan het UWV voor ontslag van onder meer werkneemster. Deze toestemming is geweigerd wegens schending van het afspiegelingsbeginsel. Kort daarna heeft werkgever opnieuw toestemming gevraagd wegens het opheffen van de administratieve afdeling. Deze toestemming is verleend. Werkgever heeft bij brief van 17 december 2009 de arbeidsovereenkomst met werkneemster met inachtneming van een opzegtermijn van vier maanden en 17 weken opgezegd tegen 15 augustus 2010. Aan werkneemster is geen ontslagvergoeding toegekend. Werkneemster heeft zich op het standpunt gesteld dat de opzegging kennelijk onredelijk is. De kantonrechter heeft de vordering toegewezen met een schadevergoeding van € 18.526. Tegen dit oordeel keert werkgever zich in hoger beroep.
Het hof oordeelt als volgt. Gezien de moeilijke situatie van werkgever is de tekortkoming van werkgever beperkt. Afgezet tegen met name de lange duur van het dienstverband en de geringe kansen van werkneemster op de arbeidsmarkt is een voorziening in de vorm van een langere opzegtermijn dan de wettelijke naar het oordeel van het hof echter onvoldoende. Wel dient alsnog met die extra opzegtermijn rekening te worden gehouden bij de bepaling van de hoogte van de schade. Werkgever heeft de berekening van de schade door kantonrechter, te weten 70% van het laatstverdiende loon over de 22 maanden dat werkneemster geen WW-uitkering meer heeft, niet betwist. Het hof zal de langere opzegtermijn verdisconteren in de hoogte van de schadevergoeding door 4,5 maandsalaris af te trekken van de door de kantonrechter berekende schadevergoeding en deze aldus bepalen op afgerond € 13.250.