werknemer/Rentokil Initial BV

Werknemer is in dienst geweest van Rentokil (ongediertebestrijding). Hij heeft zelf ontslag genomen en is in dienst getreden bij Belisol (kozijnenbouw). Deze arbeidsovereenkomst is van rechtswege geëindigd. Werknemer vordert thans schorsing van het concurrentiebeding tussen hem een Rentokil. Werknemer kan in dienst treden bij ISS op een functie ongediertebestrijding, mits hij wordt ontheven van het concurrentiebeding. De kantonrechter heeft een vordering daartoe afgewezen.

Het hof is van oordeel als volgt. Werknemer heeft onvoldoende aannemelijk gemaakt dat hij door het concurrentiebeding ernstig wordt belemmerd in zijn recht op een vrije arbeidskeuze. Werknemer heeft zijn dienstverband met Rentokil op eigen initiatief beëindigd. Vervolgens is werknemer een dienstverband voor bepaalde tijd met Belisol aangegaan. Dat dit laatste dienstverband (van rechtswege) is geëindigd en werknemer vanaf die datum een WW-uitkering heeft, is niet een omstandigheid die voor rekening en risico van Rentokil dient te komen. Bovendien geldt het concurrentiebeding slechts voor de beperkte branche van de ongediertebestrijding. Gelet op het cv van werknemer heeft hij opleidingen gevolgd op het gebied van onderwijs en grafische vormgeving en werkervaring opgedaan in pretparken, de detailhandel en de kozijnenbranche. Het hof acht niet aannemelijk dat werknemer, gelet op zijn opleiding, werkervaring en leeftijd, geen werk zou kunnen vinden buiten de branche van de ongediertebestrijding. Het feit dat hij aansluitend op zijn dienstverband met Rentokil werk heeft gevonden in de kozijnenbranche bevestigt het voorgaande. Het hof heeft de indruk dat werknemer al zijn pijlen richt op ISS en niet voldoende poging doet om elders werk te vinden. Daar komt bij dat ISS en Rentokil directe concurrenten van elkaar zijn en ISS belang heeft bij indiensttreding van goed geschoolde werknemers van Rentokil. Zo blijkt ook uit het feit dat ISS bereid is de functie voor werknemer open te stellen tot na de uitspraak van dit hof. Daar staat tegenover dat Rentokil aanmerkelijk in werknemer heeft geïnvesteerd in kennis en scholing.

Voor het toewijzen van een vergoeding ex artikel 7:653 lid 4 BW acht het hof evenmin termen aanwezig. De vordering is wel spoedeisend (ondanks het feit dat werknemer een WW-uitkering heeft) omdat het samenhangt met de spoedeisendheid van de hoofdvordering. Het hof is van oordeel dat, nu de hoofdvordering voldoende spoedeisend is om in dit kort geding te worden beoordeeld, de proceseconomie ermee gebaat is dat in hetzelfde geding ook over een daarmee nauw verwante nevenvordering als die ter zake van een vergoeding voor de duur van het concurrentiebeding kan worden beslist (HR 15 juni 2007, LJN BA1522).