Rechtspraak
Gerechtshof 's-Hertogenbosch, 11 december 2012
ECLI:NL:GHSHE:2012:BY8151
werknemer/Profcore Business Services BV
Werknemer is op 19 mei 1988 bij Profcore in dienst getreden als allround medewerker logistiek. Profcore is een dienstverlenende organisatie die medewerkers, zowel in logistieke als procesindustriële functies ter beschikking stelt aan haar relaties door het sluiten van zogenaamde projectovereenkomsten. De medewerkers zijn daarbij veelal in vaste dienst bij Profcore, maar staan onder toezicht en leiding van de relatie van Profcore. Profcore heeft het UWV WERKbedrijf (hierna UWV) toestemming verzocht de arbeidsverhouding met werknemer te mogen beëindigen wegens bedrijfseconomische redenen. Op 27 augustus 2009 is de verzochte toestemming verleend. Het dienstverband tussen Profcore en werknemer is bij brief van 28 augustus 2009 opgezegd en per 30 november 2009 geëindigd. Volgens werknemer is de opzegging kennelijk onredelijk, want hem is verkeerde functie toegedicht bij afspiegeling, en in strijd met het gevolgencriterium. De kantonrechter heeft de vorderingen afgewezen.
Het hof oordeelt als volgt. Op werknemer rust de stelplicht en bewijslast in het kader van een vordering ex artikel 7:681 BW. Werknemer heeft in casu onvoldoende gesteld waaruit zou blijken dat het afspiegelingsbeginsel onjuist is toegepast. Deze grief wordt derhalve verworpen.
Met betrekking tot het gevolgencriterium oordeelt het hof als volgt. Werknemer wijst op zijn dienstverband van ruim 22 jaar, leeftijd van 45 jaar en beperkte kansen op de arbeidsmarkt. Waar werknemer verwijst naar de ernst van de gevolgen van de opzegging voor hem merkt het hof op dat werknemer heeft nagelaten deze gevolgen te benoemen, althans deze nader te onderbouwen. Evenmin heeft werknemer inzicht gegeven in de daarmee samenhangende schade. Dit alles in weerwil van de overweging van de eerste rechter, die in het vonnis waarvan beroep daarvan ook al gewag had gemaakt. Werknemer heeft aldus niet voldaan aan zijn stelplicht ter zake.