Stichting Rijksmuseum Twenthe/werkneemster

Werkneemster is in 1999 als suppoost en gastvrouw in dienst getreden van het Rijksmuseum Twenthe. Op de arbeidsovereenkomst is de CAO 2011-2013 Verzelfstandigde Rijksmusea van toepassing. Werkneemster is sinds juni 2012 volledig arbeidsongeschikt. Als gevolg van vermindering van de subsidie heeft het Rijksmuseum Twenthe besloten te reorganiseren, waarbij de arbeidsovereenkomsten met de suppoosten/gastvrouwen worden beëindigd en hun functie voortaan door vrijwilligers wordt uitgeoefend. In afwijking van hetgeen in de cao is bepaald heeft Rijksmuseum Twenthe over de reorganisatie geen overleg gevoerd met vakbonden. Wel heeft de ondernemingsraad toegestemd met de reorganisatie en ingestemd met een sociaal plan. Conform het sociaal plan heeft werkneemster recht op een beëindigingsvergoeding van € 19.188,90 bruto (C=0,9). Thans verzoekt het Rijksmuseum Twenthe ontbinding van de arbeidsovereenkomst.

De kantonrechter oordeelt als volgt. Het ontbindingsverzoek houdt geen verband met een opzegverbod. De reorganisatieprocedure is niet vlekkeloos verlopen, onder meer omdat de vakbonden niet bij de reorganisatie zijn betrokken. Rijksmuseum Twenthe heeft voldoende aannemelijk gemaakt dat, wil het zijn publieksfunctie behouden, ingrijpend gereorganiseerd moet worden. Nu het uitgangspunt is dat alle gastvrouwen moeten wijken, kan daarop voor werkneemster geen uitzondering worden gemaakt en wordt haar arbeidsovereenkomst ontbonden. Gelet op de wijze waarop het sociaal plan tot stand is gekomen, wordt het standpunt van werkneemster onderschreven dat zij aan de vergoedingsbepalingen van dit plan niet is gebonden. Extra zuur voor werkneemster is dat haar arbeid in de toekomst zal worden verricht door een vrijwilliger en dat haar eventuele mogelijkheden bij Rijksmuseum Twenthe te re-integreren door een ontbinding teniet worden gedaan. Alle omstandigheden in aanmerking genomen wordt een vergoeding van € 25.000 bruto billijk geacht.