Stichting VluchtelingenWerk Gelderland/werknemer

Werknemer (50 jaar) is sinds 2001 in dienst van VluchtelingenWerk Gelderland in de functie van assistent afdelingsmedewerker. Het betreft een ID-baan. In 2012 heeft VluchtelingenWerk Gelderland vanwege krapper wordende budgetten besloten te reorganiseren. De subsidie voor werknemer, die VluchtelingenWerk Gelderland van de gemeente Arnhem ontving, eindigt per 1 januari 2013. Het UWV heeft toestemming gegeven voor opzegging van de arbeidsovereenkomst wegens bedrijfseconomische redenen. Omdat werknemer lid is van de ondernemingsraad, verzoekt VluchtelingenWerk Gelderland thans ontbinding van de arbeidsovereenkomst.

De kantonrechter oordeelt als volgt. VluchtelingenWerk Gelderland heeft voldoende duidelijk gemotiveerd dat zij niet de middelen, noch de mogelijkheid heeft werknemer binnen de stichting te herplaatsen in een reguliere functie. De arbeidsovereenkomst wordt derhalve ontbonden. Onder verwijzing naar de uitspraak van de Hoge Raad van 2 november 2012 (AR 2012-0966) wordt geoordeeld dat aan werknemer geen vergoeding wordt toegekend. VluchtelingenWerk Gelderland behoeft geen nadelige gevolgen te hebben van de beëindiging van de arbeidsovereenkomst met werknemer, nu het beëindigen van de subsidie een omstandigheid is die in redelijkheid niet voor rekening van de werkgever komt. Het strookt immers niet met de doelstelling van de ID-regeling om het risico van stopzetting van de van overheidswege verleende subsidie bij de werkgever te leggen in die zin dat hij de betrokken werknemer met eigen middelen en mogelijkheden in dienst zal moeten houden of aan deze een vergoeding mee zal moeten geven. Daar komt nog bij dat de overige ID-medewerkers evenmin een vergoeding hebben gekregen.