Naar boven ↑

Rechtspraak

eiser/Garagebedrijf X
Gerechtshof 's-Hertogenbosch, 26 februari 2013
ECLI:NL:GHSHE:2013:BZ2803

eiser/Garagebedrijf X

Geen sprake van een arbeidsovereenkomst tussen broer en zwager. Geen vaste werktijden en evenmin sprake van overeengekomen loon

De centrale vraag is of tussen partijen een arbeidsovereenkomst tot stand is gekomen. Na een uitvoerig getuigenverhoor komt het hof tot de volgende conclusie. Naar het oordeel van het hof volgt uit de getuigenverklaringen dat werknemer inderdaad, zoals hij stelt, werkzaamheden verrichtte voor klanten van garage X, en dat de betalingen voor die werkzaamheden werden verricht aan zijn zwager, althans aan medewerkers van garage X. Hoewel voormelde omstandigheid op zich genomen erop lijkt te duiden dat er tussen partijen sprake was van een arbeidsovereenkomst (werkzaamheden ten behoeve van zijn zwager en een enkele betaling aan eiser), pleiten de navolgende omstandigheden juist daartegen. Eiser heeft als partijgetuige verklaard over de vaste werktijden die hij maakte. Hij begon om 8.00 uur ’s morgens en werkte door tot 18.00 uur of later. Hij heeft verklaard dat hij de hele week werkte, ook op zaterdag en af en toe op zondag. Deze verklaring wordt echter niet ondersteund door enig ander bewijs. Integendeel, de chef werkplaats heeft verklaard dat eiser op verschillende tijden werkte. De ene keer begon hij om 8.00 uur, maar ook wel om 10.00 uur of om 12.00 uur. Soms bleef eiser de hele dag, maar het gebeurde ook wel dat eiser na een paar uur weer vertrok. De getuige citeerde eiser, waar deze zei: ‘Ik doe werk wanneer ik wil en doe het niet wanneer ik niet wil.’ Evenmin worden de door eiser gestelde salarisafspraken (een nettosalaris van € 2.200 per maand) ondersteund door getuigenverklaringen of enig ander bewijsmiddel. Eiser is derhalve niet in zijn bewijsopdracht geslaagd. Volgt bekrachtiging van het vonnis van de kantonrechter.