Rechtspraak
werkgever/werknemer
Werknemer is in dienst van een detacheringsbedrijf. In 2010 is hij voor de werkzaamheden bij slachterij A uitgevallen door ziekte. In het kader van re-integratie is werknemer in augustus 2012 bij slachterij B geplaatst als werknemer uitgifte handschoenen en messen. Hij is voor de nieuwe werkzaamheden bij slachterij B opgeleid door werknemers die geen Nederlands spreken. Slachterij B heeft aangegeven dat werknemer een puinhoop maakt van het werk dat hem op verschillende plaatsen is aangeboden en dat men om die reden geen gebruik meer wil maken van de diensten van werknemer. Thans verzoekt werkgever ontbinding.
De kantonrechter oordeelt als volgt. Nu werknemer na een lange periode van arbeidsongeschiktheid door ziekte weer werd ingezet in een voor hem nieuwe functie, lag het voor de hand om hem Nederlandstalige begeleiding aan te bieden, hetgeen niet is gebeurd. Omdat van werkgever meer begeleiding had mogen worden verwacht, is er mede om die reden geen grond om aan te nemen dat het disfunctioneren van werknemer een gevolg is van diens eigen (onvoldoende) inzet. Werknemer is na een incident met het schoonmaken van vetplaten door slachterij B naar huis gestuurd. Werknemer heeft ter zitting een toelichting gegeven op hoe het heeft kunnen misgaan. Hij heeft niet eerder de gelegenheid gekregen zijn verhaal te doen, maar is direct naar huis gestuurd. Onduidelijk in het geheel is gebleven welke moeite werkgever heeft gedaan om slachterij B tot andere gedachten te bewegen. Op werkgever rust de taak zich serieus in te spannen voor een herplaatsing van werknemer bij slachterij B, zo nodig met het aanbod hem tijdelijk extra te begeleiden of op te leiden. Volgt afwijzing van het ontbindingsverzoek.