werkgeefster/werkneemster

Werkneemster is sinds 1990 in dienst als verpleegkundige. In november 2011 heeft de leidinggevende van werkneemster signalen ontvangen van collega’s over haar functioneren: zij zou niet steeds adequaat handelen bij patiënten, zij zou zich op de afdeling negatief uitlaten over de organisatie en haar collega's, en zij zou vragen stellen over inhoudelijke zaken die bekend zouden moeten zijn. Er is een verbetertraject gestart en werkneemster is coaching aangeboden om haar functioneren te verbeteren. De specialisten hebben het vertrouwen in de samenwerking met werkneemster opgezegd, waarna is besloten werkneemster niet langer als kuurcoördinator op de afdeling C3 werkzaam te laten zijn. Werkneemster heeft zich ziek gemeld. Thans verzoekt werkgeefster ontbinding.

De kantonrechter oordeelt als volgt. Gelet op de inmiddels langdurige arbeidsongeschiktheid van werkneemster wordt het ontbindingsverzoek terughoudend beoordeeld. Voldoende aannemelijk is dat werkneemster op de afdeling C3 niet langer op haar plaats is. Werkgeefster heeft echter onvoldoende re-integratie-inspanningen verricht en ten onrechte niet onderzocht of herplaatsing van werkneemster op een andere afdeling (zodat zij met een schone lei kan beginnen) en (wellicht) in een (geheel) andere functie mogelijk is. Ook de mogelijkheid van het tweede spoor is in het geheel niet onderzocht. Gelet op het 22-jarig dienstverband van werkneemster en het feit dat werkgeefster een grote organisatie is met ruim 3000 medewerkers, mag worden verwacht dat zij zich alsnog zal inspannen om werkneemster te re-integreren en tracht een andere passende functie voor haar te vinden. Werkneemster zal zich daarbij moeten realiseren dat haar manier van optreden op de werkvloer duidelijk verbeterd zal moeten worden. Volgt afwijzing van het ontbindingsverzoek.