Rechtspraak
Gerechtshof 's-Hertogenbosch, 19 maart 2013
ECLI:NL:GHSHE:2013:BZ5206
werknemer/Doco International BV
(Hoger beroep van AR 2010-815/LJN BN9956.) Werknemer (geboren 1970) is op 1 januari 2007 bij Doco in dienst getreden als hoofd inkoop en hoofd R&D. Op 16 januari 2009 is werknemer op non-actief gesteld. Bij schrijven van 30 januari 2009 heeft Doco werknemer meegedeeld dat zij voornemens is werknemer op staande voet te ontslaan omdat uit onderzoek zou blijken dat werknemer met zijn schoonvader een concurrerende onderneming aan het oprichten was. Op 3 februari 2009 is werknemer op staande voet ontslagen. Werknemer stelt zich op het standpunt dat het ontslag niet rechtsgeldig is verleend. Daarbij merkt werknemer op dat Doco de e-mailcorrespondentie tussen hem en zijn schoonvader onrechtmatig heeft verkregen en dus niet mag gebruiken. Doco heeft het Gmail-account van de echtgenote van werknemer bekeken. De kantonrechter heeft geoordeeld dat geen sprake was van schending van het privacyrecht van werknemer, omdat niet zijn account, maar dat van een derde is bekeken. Het afgeleide recht van privacy gaat niet zover dat ook derden daar een beroep op kunnen doen. Voorts oordeelde de kantonrechter dat het ontslag onverwijld was verleend ondanks het feit dat tussen verkrijging van de belastende mail en het ontslag een week zat.
Het hof oordeelt als volgt. Het onderzoek vanaf 16 tot en met 22 januari 2009 gedurende zes dagen acht het hof redelijk en met voldoende voortvarendheid uitgevoerd. Doco heeft naar het oordeel van het hof daarna voldoende voortvarend gehandeld door de brief met aankondiging van het voorgenomen ontslag op 30 januari 2009 te verzenden, mede gelet op de belangen van beide partijen en de tijd die nodig was voor intern overleg, voor overleg met de advocaat en voor het redigeren van de bedoelde brief. Het gaat, zoals door de kantonrechter is overwogen, om een periode van iets meer dan een week. Uit de brief aan de Chinese leveranciers kan naar het oordeel van het hof niet worden afgeleid dat Doco reeds op 17 of 18 januari 2009 de beslissing had genomen om werknemer te ontslaan; ‘to release (…) from his position’ houdt naar het oordeel van het hof geen ontslag in.
Met betrekking tot de onrechtmatigheid van het verkregen bewijs (inbreuk op e-mailaccount) oordeelt het hof als volgt. Het hof acht voor de beoordeling van de gestelde onrechtmatige bewijsgaring van belang dat vast komt te staan op welke wijze en op welk moment Doco toegang heeft gekregen tot het Gmail-account. Het is aan Doco daar duidelijkheid over te verschaffen en bewijs bij te brengen. Het hof merkt daarbij voorshands op dat, indien komt vast te staan dat het wachtwoord ‘wachtwoord B.' aan Doco door de echtgenote van werknemer ter beschikking is gesteld, dit nog niet betekent dat daarmee tevens toestemming is gegeven voor het monitoren van al het e-mailverkeer dat via het Gmail-account liep. Volgt aanhouding van de zaak.