Naar boven ↑

Rechtspraak

werkneemster/Cantorclin B.V.
Rechtbank Noord-Nederland, 27 maart 2013
ECLI:NL:RBNNE:2013:BZ6350

werkneemster/Cantorclin B.V.

Schoonmaakster wordt voor een deel van haar uren wegens disfunctioneren geschorst zonder behoud van loon. Toewijzing loonvorderingen

Werkneemster is in dienst van Cantorclin als schoonmaakster. Zij heeft in oktober 2012 een officiële waarschuwing gekregen vanwege slecht uitgevoerde schoonmaakwerkzaamheden. Cantorclin heeft werkneemster in november 2012 zonder behoud van salaris voor een deel van haar uren geschorst, omdat opnieuw is gebleken dat de werkzaamheden niet goed werden uitgevoerd. Bovendien heeft werkneemster de uren die zij ter compensatie zou werken, niet gewerkt. Cantorclin heeft werkneemster na de (gedeeltelijke) schorsing alleen betaald voor de uren die zij heeft gewerkt. Werkneemster heeft zich op 8 februari 2013 ziek gemeld en sindsdien geen werkzaamheden meer verricht. Werkneemster vordert thans betaling van achterstallig loon over de periode dat zij is geschorst. Voorts vordert ze vanaf februari 2013 doorbetaling van het loon over de overeengekomen 30 uur.

De kantonrechter oordeelt als volgt. Een schorsing komt altijd voor rekening van de werkgever, ook als de werknemer aanleiding heeft gegeven tot die maatregel (vgl. HR 21 maart 2003, JAR 2003/91). Dat betekent dan ook dat, anders dan Cantorclin kennelijk meent, zij óók loon aan werkneemster is verschuldigd voor de uren waarvoor zij werkneemster heeft geschorst. Werkneemster heeft zich bereid verklaard de bedongen arbeid te verrichten, zodat de loonvordering wordt toegewezen. Vanaf februari 2013 en daarna dient Cantorclin het loon behorende bij de overeengekomen arbeidsomvang van 30 uur per week te voldoen, zodat ook deze loonvordering wordt toegewezen.