Rechtspraak
Rechtbank Noord-Nederland, 25 april 2013
ECLI:NL:RBNNE:2013:CA0894
werknemer/Totaal Advies Nederland B.V.
Werknemer is sinds 1 januari 2010 in dienst van Totaal Advies Nederland B.V. (hierna: TAN). Per 1 januari 2011 is hij werkzaam op basis van een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd, laatstelijk in de functie van telemarketeer en adviseur. In de arbeidsovereenkomst is een studiekostenbeding opgenomen. Werknemer heeft de arbeidsovereenkomst per 1 juni 2012 opgezegd wegens een dreigend ontslag. Thans vordert werknemer betaling van achterstallig salaris, vakantietoeslag, provisie, reiskosten en een vergoeding voor niet-genoten vakantiedagen. In reconventie vordert TAN gefixeerde schadevergoeding wegens onregelmatige opzegging en terugbetaling van gemaakte studiekosten.
De kantonrechter oordeelt als volgt. De vorderingen van werknemer worden toegewezen. Deze vorderingen zijn door TAN erkend of onvoldoende betwist. Ten aanzien van de in reconventie door TAN gevorderde gefixeerde schadevergoeding wordt overwogen dat werknemer op 31 mei 2012 aan TAN heeft verzocht om ontslag per 1 juni 2012 en dat hij in de betreffende brief heeft geschreven dat deze datum met wederzijdse toestemming is overeengekomen. In haar reactie rept TAN met geen woord over de datum van het ontslag, noch heeft zij een bedrag aan schadevergoeding opgenomen in haar voorstel ter zake van de eindafrekening. Het gaat dan niet aan om daar thans op terug te komen. De gevorderde gefixeerde schadevergoeding wordt afgewezen.
Ook de vordering tot terugbetaling van de gemaakte studiekosten wordt afgewezen. Onder verwijzing naar het arrest Muller/Van Opzeeland (HR 10 juni 1983, NJ 1983, 796) en de in dat arrest geformuleerde (rand)voorwaarden voor het studiekostenbeding, wordt geoordeeld dat ter zitting is gebleken dat in maart 2012 de vergunning voor TAN door de Autoriteit Financiële Markten is ingetrokken. Werknemer voert aan dat het bedrijf vanaf dat moment geen bestaansrecht meer heeft. TAN stelt dat er nog wel werk was. Geoordeeld wordt dat de situatie destijds in ieder geval wel is veranderd, dat voorts vaststaat dat TAN werknemer in april 2012 heeft aangezegd tot ontslag over te gaan en dat, zoals TAN naar voren heeft gebracht, het bedrijf thans stil ligt. Deze omstandigheden brengen met zich dat het feit dat werknemer de overeenkomst per juni 2012 heeft opgezegd voor rekening en risico dient te komen van TAN. Daargelaten dat het studiekostenbeding niet aan de vereisten voldoet, is het beroep van TAN op het studiekostenbeding in de gegeven omstandigheden in strijd met het goed werkgeverschap.