Naar boven ↑

Rechtspraak

Coolworld Nederland/werknemer
Gerechtshof 's-Hertogenbosch (Locatie 's-Hertogenbosch), 18 juni 2013
ECLI:NL:GHSHE:2013:2635

Coolworld Nederland/werknemer

Concurrentiebeding blijft geldig bij voortzetting en/of omzetting tijdelijke arbeidsovereenkomst ook indien deze met een lichte loonsverhoging gepaard gaat. Uitleg concurrentiebeding aan de hand van Haviltex

Werknemer is op 16 oktober 2006 voor de duur van zes maanden in dienst getreden van Coolworld. In de schriftelijke arbeidsovereenkomst stond onder meer een concurrentiebeding opgenomen. Deze arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd is vervolgens per 16 april 2007 schriftelijk met één jaar verlengd en het salaris verhoogd tot € 2.750 bruto per maand. In de schriftelijke aanvulling staat onder meer vermeld: ‘Overige rechten en plichten blijven zoals deze in de arbeidsovereenkomst van 16/10/2006 tot 15/04/2007 zijn overeengekomen.’ Op 10 april 2008 is de arbeidsovereenkomst met ingang van 16 april 2008 omgezet in een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd, waarbij het brutosalaris van werknemer is verhoogd naar € 2.900 bruto per maand. De bij die gelegenheid door partijen gemaakte afspraken zijn schriftelijk vastgelegd in een ‘Aanvulling op de arbeidsovereenkomst’. Daarin zijn partijen onder meer overeengekomen: ‘- De overige bepalingen in de arbeidsovereenkomst blijven onverminderd van kracht.’ Werknemer heeft de arbeidsovereenkomst met ingang van 1 januari 2011 opgezegd. Hij is vervolgens in een sales-functie in dienst getreden van CoolEnergy, een bedrijf dat zich bezighoudt met ten opzichte van Coolworld concurrerende activiteiten. De vraag is of het concurrentiebeding tussen partijen geldig is gebleven en in hoeverre werknemer het beding heeft overtreden.

Het hof oordeelt als volgt. Het enkele feit dat het concurrentiebeding aanvankelijk deel uitmaakte van een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd, brengt niet mee dat het beding thans niet meer geldig zou zijn. De uitdrukkelijke verwijzingen naar de eerdere overeenkomsten bij de verlenging van de arbeidsovereenkomsten is voldoende. Dat werknemer bij Coolworld is gegroeid van een junior functie naar een senior functie in de buitendienst was redelijkerwijs te voorzien en behoort tot een normaal carrièreverloop, zodat geen sprake is van ‘een ingrijpende wijziging waardoor het beding aanmerkelijk zwaarder is gaan drukken’.

Het hof stelt voorop dat bij de uitleg van een concurrentiebeding ex artikel 7:653 BW, zoals in casu, de zogenaamde Haviltex-norm als maatstaf heeft te gelden (zie: HR 18 november 1983, ECLI:NL:HR:1983:AG4691 en HR 4 april 2003, ECLI:NL:HR:2003:AF2844). Bij het vaststellen van de bedoeling van partijen spelen de bewoordingen van het schriftelijk overeengekomen concurrentiebeding een belangrijke rol. Gelet op de formulering van het eerste verbod uit artikel 17 van de arbeidsovereenkomst heeft de kantonrechter terecht geoordeeld dat dit verbod werknemer niet verbiedt om in dienst te treden van een concurrerende onderneming, mits deze geen zaken of diensten levert of afneemt van relaties van Coolworld. Het eerste verbod betreft immers het zelf beginnen of voeren van een bedrijf. Gesteld noch gebleken is dat werknemer een bedrijf heeft opgezet of dit voert, noch als zelfstandige, noch in dienst van CoolEnergy. De stelling van Coolworld dat werknemer reeds door het in dienst treden bij een bedrijf als werknemer dit bedrijf ‘voert’, heeft de kantonrechter terecht verworpen. Naar het oordeel van het hof kan voorts in de vermelding in artikel 17 van de arbeidsovereenkomst dat de in die bepaling opgenomen verboden gelden indien de werknemer na het eindigen van de arbeidsovereenkomst (onder meer) als werknemer in dienst treedt van derden, niet worden gelezen dat werknemer het eerste verbod van artikel 17 van de arbeidsovereenkomst reeds overtreedt door in dienst te treden van een concurrerend bedrijf, zoals CoolEnergy heeft gesteld. De betreffende vermelding moet namelijk in één adem worden gelezen met het daarvoor in artikel 17 van de arbeidsovereenkomst geformuleerde eerste verbod (‘bedrijf te beginnen of te voeren’), nu uitdrukkelijk sprake is van ‘de verboden als vervat in dit artikel’. Kortom, werknemer heeft het concurrentiebeding niet overtreden.