Naar boven ↑

Rechtspraak

werkneemster/Banketfabriek Gebr. X BV
Gerechtshof 's-Hertogenbosch (Locatie 's-Hertogenbosch), 23 juli 2013
ECLI:NL:GHSHE:2013:3337

werkneemster/Banketfabriek Gebr. X BV

Werkgever heeft ten onrechte loonsanctie toegepast. Er is niet voldaan aan artikel 7:629 lid 7 BW (kennisgeving van toepassing loonsanctie) en aangeboden arbeid is niet passend

Werkneemster (61 jaar) is sinds 1998 in dienst van Banketfabriek X als inpakker. Werkneemster is op 22 oktober 2007 arbeidsongeschikt geraakt in verband met rugklachten. Werknemer is voor 4 uur per dag passende arbeid gaan verrichten, bestaande uit het bestickeren van ongevouwen dozen. In december 2008 deelt X haar mede dat ze per januari voor 8 uur per dag deze werkzaamheden moet gaan verrichten. De arbeidsdeskundige heeft dat werk niet passend bevonden, vanwege de (te) hoge frequentie van het reiken naar dozen, alsmede de arbeidsomstandigheden - zoals het bureau waaraan werkneemster werkzaam was - aanpassingen behoefden. X heeft kort daarna de loondoorbetaling geheel gestaakt, omdat werkneemster geen passende arbeid verrichtte.

Het hof oordeelt als volgt. Allereerst stelt het hof vast dat niet eerder dan in april 2009 is voldaan aan de eis van artikel 7:629 lid 7 BW. De looninhouding in januari was voor werkneemster pas zichtbaar op haar loonstrook in februari, terwijl de opheldering over de inhouding pas plaatsvond in april. Derhalve kan X tot die tijd geen beroep doen op artikel 7:629 BW. Rest vervolgens de vraag of na deze periode wel met succes een beroep op lid 3 mocht worden gedaan. Het hof oordeelt dat dit niet het geval is. Weliswaar heeft X de werkplaats na het bezoek van de arboarts aangepast, maar niet in voldoende mate, zodat de stelling van werkneemster dat de arbeid niet passend was, juist moet worden geacht, tenzij werkgever het tegendeel kan bewijzen. De e-mail van de UWV-arts die op basis van de foto's vaststelt dat de werkplek er goed uitziet, is daartoe onvoldoende. Foto's geven maar een beperkt beeld van de werkelijkheid weer en daarbij komt dat zowel de arboarts als de UWV-arts X waarschuwden dat naast de fysieke aanpassingen ook het werktempo en werkdruk in acht genomen moesten worden. Nu de werkgever dat niet, of wel onvoldoende , heeft gedaan, is geen sprake geweest van passende arbeid en heeft werkneemster recht op loon. Conform de CAO voor de zoetwarenindustrie dient de werkgever 85% van het loon te betalen.