Rechtspraak
Gerechtshof Amsterdam (Locatie Amsterdam), 9 juli 2013
ECLI:NL:GHAMS:2013:2336
Ondernemingsraad van Watts Industries The Netherlands B.V./Watts Industries The Netherlands B.V.
WINL is onderdeel van een multinationale groep van ondernemingen, die in het bijzonder is gericht op fabricage en verkoop van kranen, ventielen, afsluiters en dergelijke ten behoeve van waterleidingen en verwarmingsinstallaties. Aan het hoofd van het concern staat de Amerikaanse vennootschap Watts Water Technologies Inc. (hierna: WWT). WINL is een dochtermaatschappij van Watts Industries Europe B.V. (hierna: WIEU). WIEU is daarnaast de (tussen)houdstermaatschappij van een aantal andere Europese Watts-vennootschappen, onder meer gevestigd in Italiƫ, Belgiƫ, Duitsland, Oostenrijk, Denemarken, Engeland, Spanje en Frankrijk. WINL maakt sinds 1988 onderdeel uit van het Watts-concern en heette voordien Ocean B.V. In het kader van zijn groeistrategie heeft het Watts-concern in de periode van 1988 tot 2011 ongeveer twintig ondernemingen in diverse Europese landen overgenomen. In 2011 heeft het Watts-concern zijn Franse branchegenoot Socla SAS (hierna: Socla) overgenomen. Bij WINL zijn thans 38 werknemers (33,8 FTE) in dienst. WINL heeft een deel van de assemblagewerkzaamheden uitbesteed aan Felua-groep, een onderneming in het kader van de Wet Sociale Werkvoorziening. Afhankelijk van de omvang van het werkaanbod zijn 70-110 werknemers van Felua-groep belast met assemblagewerkzaamheden voor WINL. In 2011 is een deel van het assemblagewerk overgebracht naar Socla. In ruil daarvoor zou WINL alle 'inserts' en 'kunststofkeerkleppen' gaan vervaardigen. In 2012 is besloten een deel van de keerkleppen toch in Frankrijk te laten. In 2013 heeft de bestuurder van WINL het voorgenomen besluit ter advies voorgelegd aan de OR om de volledige assemblage over te brengen naar Frankrijk. Als gevolg hiervan zou 12 fte komen te vervallen. De OR heeft negatief geadviseerd. Hij voert een aantal bezwaren aan, waaronder dat WINL geen enkele zeggenschap heeft en enkel doet wat de moeder haar opdraagt te doen, zodat geen sprake is van medezeggenschap.
De Ondernemingskamer oordeelt als volgt: gegeven het feit dat WINL onderdeel uitmaakt van het internationaal werkzame Watts-concern, is het onvermijdelijk en vanzelfsprekend dat het belang van WINL mede wordt bepaald door het concernbelang. Dat neemt niet weg dat WINL bij het voorbereiden en het nemen van haar besluit zelfstandig het concernbelang dient af te wegen naast of tegen de overige belangen van WINL en dat WINL aan de ondernemingsraad inzicht behoort te geven in die belangenafweging. Bij die belangenafweging legt de concernstrategie gewicht in de schaal, maar niet per definitie het doorslaggevende. Een andere opvatting, die erop neerkomt dat WINL een op het niveau van WIEU genomen consolidatiebesluit slechts heeft uit te voeren, zou op onaanvaardbare wijze afbreuk doen aan het wettelijk stelsel van medezeggenschap. Op grond van het bovenstaande oordeelt de Ondernemingskamer dat noch de adviesaanvraag van 10 januari 2013, noch de notulen van de overlegvergadering van 20 februari 2013, noch de toelichting op het besluit van 29 maart 2013 blijk geeft van een zelfstandige afweging door WINL van het concernbelang en de overige belangen van WINL, laat staan dat WINL met deze stukken duidelijk heeft gemaakt hoe die belangenafweging tot het onderhavige besluit heeft geleid. Evenmin kan uit andere stukken worden afgeleid dat WINL het bedoelde inzicht aan de ondernemingsraad heeft verschaft. Het besluit is daarom kennelijk onredelijk.