Rechtspraak
Rechtbank Gelderland (Locatie Arnhem), 30 augustus 2013
ECLI:NL:RBGEL:2013:2901
werknemer/Metro Cash & Carry Nederland B.V.
Werknemer is sinds 2002 in dienst van Makro. Thans werkt hij tien uur per week. In het kader van zijn studie Biomedische Wetenschappen kan werknemer stage lopen in Malawi. Werknemer heeft Makro verzocht hem onbetaald verlof te geven voor de stageperiode van 1 september 2013 tot 30 november 2013. Makro heeft dit verzoek afgewezen, omdat Makro geen onbetaald verlof kent voor het volgen van een stage. In dit kort geding vordert werknemer Makro te veroordelen om te gehengen en te gedogen dat werknemer van 1 september tot en met 30 november 2013 onbetaald verlof kan genieten.
De kantonrechter oordeelt als volgt. Het is juist – dit is ook niet in geschil – dat werknemer geen recht heeft op het opnemen van onbetaald verlof voor het lopen van een stage (voor zijn studie). Dit betekent voorlopig oordelend echter niet dat bij de beoordeling van het verzoek (thans de vordering) van werknemer een belangenafweging achterwege kan blijven. Dit volgt uit het bepaalde in artikel 7:611 BW. Het belang van werknemer bij enerzijds het volgen van een stage, die hij dient te lopen teneinde zijn studie met succes te kunnen afronden, en anderzijds behoud van zijn werk bij Makro is evident. Als onbetwist staat vast dat werknemer het inkomen uit zijn werk bij Makro niet kan missen. Het belang van Marko bij continuïteit in de bedrijfsvoering op de afdeling Seasonal is daarentegen onvoldoende komen vast te staan. Ter zitting is gebleken dat van de groep medewerkers waaruit de afdeling Seasonal wordt bezet ten aanzien van negen werknemers overeenkomsten zijn beëindigd wegens noodzakelijke inkrimping van het personeelsbestand, terwijl anderzijds een collega onlangs uitbreiding van het aantal uren heeft gehad. Aldus is aannemelijk geworden dat Makro met de huidige bezetting, eventueel aangevuld met een van de onlangs ‘ontslagen’ medewerkers, de komende tijd het werk op de afdeling Seasonal kan verrichten zonder dat de afwezigheid van werknemer haar daarbij in relevante mate hindert. De kantonrechter hecht meer gewicht aan het argument van Makro dat het verlenen van onbetaald verlof aan werknemer een precedent zou kunnen scheppen. Dit legt echter in dit geval onvoldoende gewicht in de schaal omdat werknemer, anders dan veel andere student-medewerkers bij Makro, reeds zeer lange tijd bij haar in dienst is (11 jaar) en zich meer dan gemiddeld flexibel heeft opgesteld jegens Makro. Werknemer heeft immers meermalen privé-afspraken (sportwedstrijden) afgezegd teneinde bezettingsproblemen bij Makro op te lossen en tevens het tijdstip van zijn schouderoperatie aangepast aan de bedrijfsvoering van Makro. Deze beide bijzondere omstandigheden brengen mee dat de toewijzing van het verzoek geen of nauwelijks precedentwerking zal hebben. Volgt toewijzing van de vordering.