Naar boven ↑

Rechtspraak

G. Noor B.V./werknemer
Rechtbank Noord-Holland (Locatie Hoorn), 18 maart 2013
ECLI:NL:RBNHO:2013:8617

G. Noor B.V./werknemer

Afwijzing verzoek tot ontbinding arbeidsovereenkomst kraanmachinist wegens bedrijfseconomische redenen. Nu twijfel bestaat over de functie van werknemer, is niet uit te sluiten dat het ontbindingsverzoek verband houdt met het opzegverbod tijdens ziekte

Werknemer is sinds 1970 dan wel 1974 in dienst van Noor, een onderneming op het gebied van de aanneming van grond-, weg- en waterbouw. Hij is werkzaam in de functie Machinist mobiele kraan. Noor verzoekt ontbinding wegens bedrijfseconomische redenen. Aangevoerd wordt dat door de crisis sinds 2011 grote verliezen zijn geleden. Noor beoogt 15 arbeidsplaatsen te laten vervallen. De functie van werknemer komt volledig te vervallen. Voor werknemer zijn geen herplaatsingsmogelijkheden binnen Noor. Noor heeft toestemming gekregen van het UWV voor opzegging van de arbeidsovereenkomsten. Omdat werknemer ziek is, is voor hem een ontbindingsverzoek ingediend. Werknemer betwist de bedrijfseconomische redenen. Daarnaast stelt hij dat hij ten onrechte voor ontslag is voorgedragen, omdat hij altijd werkzaam is geweest als Grondwerker. Deze functie komt niet te vervallen, zodat het ontbindingsverzoek verband houdt met de ziekte.

De kantonrechter oordeelt als volgt. Noor heeft voldoende aannemelijk gemaakt dat haar omzet en bedrijfsresultaten sinds 2011 zodanig slecht zijn dat ingrijpen in de bedrijfsvoering noodzakelijk is. Hoewel niet is gebleken dat werknemer ‘slechts’ kreeg betaald op het functieniveau van een grondwerker, is evenmin gebleken dat werknemer na een duimoperatie formeel de functie Machinist mobiele kraan is gaan vervullen. Immers, (1) werknemer is in dienst getreden als Grondwerker, (2) uit de door Noor overgelegde stukken blijkt niet dat werknemer vanaf 2009 continu als Machinist mobiele kraan heeft gewerkt en (3) evenmin blijkt dat partijen over een functiewijziging concrete afspraken hebben gemaakt. Nu dit geschil zich niet leent voor nadere bewijslevering, dient de twijfel die bestaat over de functie van werknemer voor rekening en risico van de werkgever te komen. Ervan uitgaande dat de functie Grondwerker nog bestaat en werknemer desondanks voor ontslag wordt voorgedragen, kan de kantonrechter niet concluderen dat het verzoek van Noor géén verband houdt met een opzegverbod en zal het verzoek worden afgewezen.