werknemer/Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen UWV (WERKbedrijf)

Werknemer is sinds 1976 in dienst van het UWV. De afgelopen jaren is hij werkzaam geweest in de functie contractdeskundige IR. In artikel 5.6 van de cao is bepaald dat de leidinggevende een periodiek kan toekennen bij goed of uitstekend functioneren. Het UWV heeft meegedeeld werknemer in 2008, 2009 en 2010 € 2.673,33 te veel te hebben betaald. Per 1 januari 2009 is het salaris vastgesteld op basis van functiegroep 7 met 11 functiejaren en per 1 januari 2010 op basis van functiegroep 7 met 12 functiejaren. Dit had, gelet op de matige beoordeling van werknemer, in beide gevallen functiegroep 7 met 10 functiejaren moeten zijn. Het bedrag van € 2.673,33 is in maandelijkse termijnen ingehouden op het salaris. Werknemer vordert thans betaling van € 2.673,33.

De kantonrechter oordeelt als volgt. De vordering van werknemer wordt afgewezen. Artikel 5:6 van de toepasselijke cao legt immers de verantwoordelijkheid voor de beoordeling en het belonen bij zowel de leidinggevende als de medewerker. Dit artikel bepaalt voorts dat toekenning van periodieken plaatsvindt per 1 januari van enig kalenderjaar en geschiedt indien het functioneren van de medewerker als ‘goed’ of ‘uitstekend’ wordt beoordeeld. Door UWV is met juistheid naar voren gebracht dat indien de leidinggevende al in gebreke zou zijn geweest in het bieden van een begeleidingstraject, het op de weg van werknemer had gelegen om daarom te verzoeken. Werknemer heeft dit echter nagelaten. Volgens zijn stellingen heeft hij mondeling bezwaar gemaakt tegen de gegeven beoordeling, maar het er verder bij laten zitten. De kantonrechter is daarom van oordeel dat in het midden kan blijven of aan werknemer al dan niet een begeleidingstraject is aangeboden door UWV. Kennelijk is er na de functieherwaardering een fout gemaakt als gevolg waarvan aan werknemer extra salaris is uitbetaald waarop hij geen aanspraak had. Niet valt in te zien dat een werkgever die ontdekt dat er een fout in de uitbetaling is gemaakt, niet gerechtigd zou zijn om het te veel betaalde als onverschuldigd terug te vorderen.