X/DorSano Amsterdam B.V.

X heeft in zijn hoedanigheid van freelance fysiotherapeut met DorSano een overeenkomst van opdracht gesloten. In de overeenkomst is bepaald dat tussentijdse beëindiging mogelijk is met inachtneming van een opzegtermijn van twee maanden. Op enig moment in het begin van het jaar 2011 heeft DorSano X te kennen gegeven met hem een loondienstverband te willen aangaan. Thans vordert X betaling van zijn factuur voor werkzaamheden in maart 2011. DorSano weigert deze factuur te betalen en stelt dat tussen partijen een arbeidsovereenkomst tot stand is gekomen. DorSano heeft een conceptarbeidsovereenkomst bij e-mail ter goedkeuring aan X verzonden. Dit aanbod heeft X bij e-mail van 14 februari 2011 aanvaard. Tijdens een gesprek op 23 maart 2011 heeft X DorSano echter te kennen gegeven niet akkoord te gaan met de arbeidsovereenkomst. Deze mededeling dient te worden gekwalificeerd als een opzegging van de arbeidsovereenkomst. Nu X niet de contractuele opzegtermijn in acht heeft genomen is hij schadeplichtig jegens DorSano.

De kantonrechter oordeelt als volgt. Voor beantwoording van de vraag of tussen partijen een arbeidsovereenkomst tot stand is gekomen, gelden de algemene regels voor de totstandkoming van een overeenkomst (art. 3:33-35 en 6:217 BW). In dit geval hebben partijen, gelet op de e-mailcorrespondentie, geen overeenstemming bereikt over de essentiële onderdelen van de arbeidsovereenkomst. Met name wat betreft de ingangsdatum van een eventueel aan te gaan loondienstverband kan niet gezegd worden dat beide partijen 1 april 2011 op het oog hadden. DorSano heeft bovendien ook niet gesteld dat partijen hebben onderhandeld over arbeidsvoorwaarden, zoals salaris en het aantal te werken uren. Het enkel toesturen van een conceptarbeidsovereenkomst – waarvan X de ontvangst heeft betwist – is dan ook onvoldoende. Het door X gevorderde openstaande factuurbedrag wordt toegewezen.