Naar boven ↑

Rechtspraak

werkneemster/werkgever
Gerechtshof Amsterdam (Locatie Amsterdam), 18 december 2012
ECLI:NL:GHAMS:2012:4030

werkneemster/werkgever

Op werkgever rust bewijslast dat partijen na stilzwijgende verlenging van de arbeidsovereenkomst voor zes maanden bij de tweede verlenging een jaarcontract hebben afgesproken. Het niet hebben van een vakantieverlofadministratie leidt tot toewijzing vordering werknemer niet-genoten vakantiedagen

Werkneemster is op 24 januari 2008 als verkoopster voor de duur van zes maanden in dienst getreden van werkgever. Werkneemster heeft tot juli 2009, toen zij arbeidsongeschikt werd wegens ziekte, gewerkt. Werkgever heeft tot en met 24 januari 2010 loon aan werkneemster betaald. Partijen verschillen van mening over de vraag of de arbeidsovereenkomst met ingang van 25 januari 2010 is geëindigd. Volgens werkgever hebben partijen bij de verlening op 24 januari 2009 (derde contract) afgesproken dat dit contract een looptijd van twaalf maanden zou hebben. Werkneemster betwist dat en stelt dat steeds sprake is geweest van stilzwijgende voortzetting en derhalve reeds sprake is van een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd. De arbeidsovereenkomst is voorwaardelijk opgezegd per 1 mei 2010.

Het hof oordeelt als volgt. Het gaat hier niet om de vraag of partijen een arbeidsovereenkomst voor bepaalde of voor onbepaalde tijd zijn overeengekomen (bewijslast rust dan op werknemer) maar om de vraag of partijen hebben afgesproken dat de tussen hun bestaande arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd, die voorzag in voortzetting voor de duur van zes maanden, in januari 2009 voor één jaar zou worden voortgezet. Nu werkgever zich op het bestaan van die afwijkende overeenkomst beroept, moet hij – bij betwisting – die stelling bewijzen. De kantonrechter heeft werkgever derhalve terecht belast met het bewijs van zijn stelling. Anders dan de kantonrechter, acht het hof werkgever hierin niet geslaagd zodat sprake is van een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd. Werkgever dient het loon tot 1 mei 2010 te betalen conform de loonsverhoging uit de cao. Voorts dient de werkgever een administratie bij te houden van de door zijn werknemers opgenomen vakantiedagen. Nu hij dat blijkbaar niet heeft gedaan en ook niet betwist dat werknemer in 2009 en 2010 geen vakantiedagen heeft opgenomen, moet van het door haar berekende aantal vakantiedagen worden uitgegaan.