Naar boven ↑

Rechtspraak

Stichting Naleving CAO voor Uitzendkrachten/Pool & Werk c.s.
Rechtbank Oost-Brabant, 18 juli 2013
ECLI:NL:RBOBR:2013:2778

Stichting Naleving CAO voor Uitzendkrachten/Pool & Werk c.s.

Afwijzing vordering tot betaling van forfaitaire schadevergoeding wegens niet-naleven van algemeen verbindend verklaarde ABU-CAO. Wachtdagcompensatie en reservering voor kort verzuim is onverschuldigd uitbetaald aan uitzendkrachten. Verrekening is niet in strijd met arrest Boonen/Quicken

De Stichting Naleving CAO voor uitzendkrachten (hierna: SNCU) vordert betaling van een forfaitaire schadevergoeding van Pool & Werk en Ambacht Plus wegens het op verschillende punten niet naleven van de algemeen verbindend verklaarde ABU-CAO. Pool & Werk c.s. stellen dat SNCU niet ontvankelijk is en dat SNCU er ten onrechte van is uitgegaan dat Pool & Werk uitzendovereenkomsten met uitzendbeding heeft gesloten. Zij heeft uitzendovereenkomsten voor bepaalde tijd, zonder uitzendbeding, gesloten. Dat betekent dat Pool & Werk volgens de cao geen wachtdagcompensatie en geen reservering voor kort verzuim verschuldigd is. Deze heeft zij onverschuldigd wel uitbetaald aan de werknemers. Ten aanzien van dit bedrag wordt een beroep op verrekening gedaan.

De kantonrechter oordeelt als volgt. SNCU is gelet op de artikelen 3 Wet AVV en 12 Wet CAO wel degelijk ontvankelijk. SNCU heeft niet bestreden, en daarom staat vast, dat in de arbeidsovereenkomsten van de uitzendkrachten die bij Pool & Werk in de onderzochte periode in dienst waren, is neergelegd dat de overeenkomst is aangegaan voor bepaalde tijd. De conclusie is dat Pool & Werk in die periode in beginsel niet de bedoelde wachtdagcompensatie en reservering voor kort verzuim verschuldigd was. Deze zijn derhalve in beginsel onverschuldigd aan de werknemers uitbetaald. SNCU heeft ter comparitie aangevoerd dat feitelijk wel sprake is van uitzendovereenkomsten met uitzendbeding, aangezien in artikel 8.2 van de uitzendovereenkomsten is bepaald dat de werkgever aan de werknemer alleen het loon verschuldigd is over de periode(n) dat de werknemer daadwerkelijk arbeid heeft verricht, in artikel 5.1 is bepaald dat wordt gestreefd naar een basiswerkweek van 40 uur per week en in artikel 5.2 dat de dagen en tijden waarop arbeid dient te worden verricht door de werkgever (in overleg met de inlener) worden bepaald. Dit standpunt van SNCU wordt niet gevolgd. Uit de AVV cao blijkt niet dat het de uitzendwerkgever niet is toegestaan om in de uitzendovereenkomsten die zijn gesloten voor bepaalde tijd een bepaling als verwoord in artikel 8.2 op te nemen. Ingevolge artikel 9 lid 2 van de AVV cao’s dient, als er geen uitzendbeding in de uitzendovereenkomst is opgenomen, het loon bij ziekte te worden doorbetaald. Nergens uit blijkt echter dat Pool & Werk het loon bij ziekte niet doorbetaalde.

SNCU heeft tevens aangevoerd dat het Pool & Werk niet is toegestaan om te verrekenen zoals zij dat wenst te doen. Dat zou volgen uit het arrest HR 14 januari 2000, JAR 2000/43 (Boonen/Quicken). De situatie die in dat arrest aan de orde was, verschilt echter op een essentieel punt van de situatie die thans aan de orde is. In het onderhavige geval gaat het niet om een nietig beding in de arbeidsovereenkomst en gaat het niet om een beroep op verrekening van een ingevolge de (AVV) cao verschuldigd deel van het loon met het loon dat verschuldigd is op grond van de arbeidsovereenkomst. In dit geval betreft het een beroep op verrekening van een ingevolge de AVV cao’s verschuldigd deel van het loon – de vakantietoeslag over de feest- en vakantiedagen – met onverschuldigd betaalde bedragen aan wachtdagcompensatie en reserveringen voor kort verzuim. Er is, kort gezegd, geen sprake van pakketvergelijking. Pool & Werk komt daarom een beroep toe op het bepaalde in artikel 7:632 lid 1 sub d BW. Volgt afwijzing van de vorderingen.