Rechtspraak
Gerechtshof 's-Hertogenbosch (Locatie 's-Hertogenbosch), 25 februari 2014
ECLI:NL:GHSHE:2014:532
werknemer/BNM Bouwmij
In de onderhavige zaak staat de vraag centraal of BNM zich jegens werknemer onrechtmatig heeft gedragen door hem (werknemer) te bewegen in dienst te treden van IBZ, terwijl BNM op dat moment wist of had moeten weten dat IBZ een ‘lege BV’ was die op het punt van faillissement stond. Het hof acht bewezen dat BNM en X werknemer een arbeidsovereenkomst hebben doen aangaan met IBZ. Daarvoor is mede van belang dat (a) het initiatief tot het aangaan van een arbeidsovereenkomst met IBZ van X/BNM is uitgegaan; (b) werknemer zijn feitelijke werkzaamheden voor BNM is blijven voortzetten nadat hij bij IBZ in dienst is getreden, maar van een detacheringsovereenkomst niet is gebleken; (c) het loon dat werknemer via IBZ ontving, feitelijk door BNM werd betaald; (d) er zeer nauwe banden tussen BNM en IBZ waren (deelden een perceel, X was in beide bedrijven actief). Op grond van dit alles acht het hof werknemer geslaagd in het hem opgedragen bewijs met dien verstande dat het hof bewezen acht dat BNM en X persoonlijk, zowel in zijn functie als directeur van BNM als in zijn hoedanigheid van feitelijk leidinggevende van IBZ, jegens werknemer een onrechtmatige daad hebben gepleegd doordat zij werknemer een arbeidsovereenkomst hebben doen aangaan met IBZ terwijl voorzienbaar was dat IBZ geen verhaal zou bieden. De onrechtmatige gedragingen van X als directeur van BNM kunnen immers in het maatschappelijk verkeer, gezien alle omstandigheden, tevens als gedragingen van BNM worden aangemerkt, zodat ook die vennootschap uit eigen hoofde op grond van onrechtmatige daad aansprakelijk kan worden gehouden. De vordering van werknemer tot betaling van schadevergoeding wegens onrechtmatige daad door BNM/X, bestaande uit het niet door IBZ betaalde loon, is toewijsbaar, maar niet volledig. Hetgeen bij vonnis van 7 september 2010 is toegewezen ter zake van de wettelijke verhoging acht het hof toewijsbaar over het hiervoor vermelde loon over de periode van 1 april 2010 tot 21 juni 2010. Weliswaar gaat het in deze procedure om vergoeding van schade en niet om loonbetaling, doch de niet-tijdige betaling door IBZ van dat loon aan werknemer dient wegens de onrechtmatige daad van BNM en X jegens werknemer aan hen te worden toegerekend. Toewijsbaar is het bedrag dat IBZ aan wettelijke verhoging had moeten betalen over € 5.928,53, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 21 juni 2010.