Naar boven ↑

Rechtspraak

werkneemster/werkgever
Rechtbank Overijssel, 8 april 2014
ECLI:NL:RBOVE:2014:1830

werkneemster/werkgever

Ontslag op staande voet pedagogisch medewerkster wegens valse ziekmelding via Whatsapp is rechtsgeldig.

Werkneemster is sinds 2008 in dienst als pedagogisch medewerkster. Op 6 januari 2014 heeft zij zich door middel van een Whatsapp-bericht ziek gemeld en gemeld dat zij aan haar blindedarm zal worden geopereerd. Op 16 januari 2014 is werkneemster op staande voet ontslagen. Daar ligt onder meer aan ten grondslag dat zij werkgever een onjuist bericht heeft gestuurd over een ziekenhuisopname in verband met een blindedarmoperatie, zij niet bereikbaar was voor werkgever én heeft nagelaten contact met hem op te nemen. Werkneemster beroept zich op de vernietigbaarheid van het ontslag. Zij betwist de dringende reden en stelt dat niet aan de onverwijldheidseis is voldaan.

De kantonrechter oordeelt als volgt. De stelling van werkneemster dat het ontslag niet onverwijld zou zijn gegeven faalt. Gelet op de omstandigheden duurde het enige tijd voordat het werkgever duidelijk werd dat het door werkneemster verzonden Whatsapp-bericht onjuist was. Het ontslag is op 16 januari 2014 onverwijld gegeven. Evident is dat de mededeling dat werkneemster in het ziekenhuis zou worden opgenomen en een blindedarmoperatie zou ondergaan onjuist was. Dat is haar zwaar aan te rekenen. Zij heeft daarmee het vertrouwen van werkgever fors geschaad. Iedere grond is aan haar ziekmelding komen te ontvallen. Het gaat niet aan om vervolgens te stellen dat werkgever ondanks de onjuistheid van die mededeling als geheel, het onderdeel ‘ziekmelding’ wel alsnog voor ‘waar’ diende aan te merken en de bedrijfsarts had moeten inschakelen, noch daargelaten dat werkneemster, ondanks meerdere pogingen van werkgever om contact met haar op te nemen, geen gehoor heeft gegeven. Het onjuiste bericht levert een dringende reden voor een ontslag op staande voet op. Dat werkneemster het doen van die valse mededeling niet kan worden aangerekend als gevolg van haar psychische toestand, heeft werkneemster niet aannemelijk gemaakt. De verklaring van de huisarts en behandelend sociaal-psychiatrisch verpleegkundige zijn te summier. Volgt afwijzing van de vorderingen.