Rechtspraak
Rechtbank Overijssel (Locatie Enschede), 17 april 2014
ECLI:NL:RBOVE:2014:2093
werknemer/Noordegraaf Hengelo B.V.
Werknemer is in dienst van Noordegraaf en werkzaam op de autoambulance. Hij is op 30 december 2013 op staande voet ontslagen. In de ontslagbrief legt Noordegraaf onder andere het volgende aan het ontslag ten grondslag: ‘Hierbij bevestigen wij dat wij, naar aanleiding van het voorval na de Kerstborrel op vrijdag 20 december 2013, hebben moeten besluiten u per heden op staande voet te ontslaan. Met het “voorval” wordt bedoeld het feit dat u bij uw vertrek van de Kerstborrel een fiets van een collega heeft veiliggesteld in de zin dat u die fiets heeft meegenomen van de parkeerplaats en heeft gestald in een uithoek van het bedrijfsterrein. Wij hebben u de beelden van de beveiligingscamera’s getoond. Op die beelden is het voorgaande duidelijk te zien (…).’ Het door Noordegraaf ingediende voorwaardelijke ontbindingsverzoek is afgewezen (zie AR 2014-0262). Thans beroept werknemer zich op de vernietigbaarheid van het ontslag op staande voet. Hij stelt dat zowel de objectieve als de subjectieve dringende reden ontbreekt.
De kantonrechter oordeelt als volgt. De ontslagbrief van 30 december 2013 is onduidelijk voor wat betreft de mededeling van de dringende reden en voldoet daarmee niet aan de eisen der wet. Naar voorlopig oordeel is het ontslag op staande voet derhalve niet rechtsgeldig. Onbegrijpelijk is waarom Noordegraaf voor de ‘milde bewoordingen’ heeft gekozen daar waar duidelijkheid een strikt vereiste is. De stelling van Noordegraaf dat zij de zaak voor de buitenwereld niet te zwaar wilde aanzetten is merkwaardig, nu zij met het ontslag het tegendeel heeft bereikt. Het feit dat Noordegraaf bij brief van haar gemachtigde d.d. 2 januari 2014 naderhand de ‘ware’ reden, te weten de (poging tot) diefstal van een fiets van een collega, en dus werknemer die duidelijkheid wel heeft verschaft, kan haar niet baten. Ten overvloede wordt overwogen dat ‘het veiligstellen van een fiets van de collega, in de zin dat werknemer die fiets heeft meegenomen van de parkeerplaats en deze heeft gestald in het uithoek van het bedrijfsterrein’ niet kwalificeert als een dringende reden in de zin der wet, maar meer als een misplaatste grap. Het door Noordegraaf hierop gegeven ontslag op staande voet is een buitenproportionele reactie. De loonvordering wordt toegewezen. De medegevorderde tewerkstelling wordt afgewezen. Een gedwongen terugkeer van werknemer zal slechts escalerend werken en is noch in het belang van werknemer noch in het belang van Noordegraaf.