Naar boven ↑

Rechtspraak

Autobedrijf Noordegraaf B.V./werknemer
Rechtbank Overijssel (Locatie Enschede), 11 maart 2014
ECLI:NL:RBOVE:2014:1264

Autobedrijf Noordegraaf B.V./werknemer

Afwijzing voorwaardelijk ontbindingsverzoek wegens poging tot diefstal van een fiets van een collega. Werkgeefster heeft werknemer het stempel van dief opgeplakt, terwijl zij te weinig oog heeft gehad voor de mogelijkheid dat er wellicht sprake geweest zou kunnen zijn van een grap.

Werknemer is in dienst van Noordegraaf en werkzaam op de autoambulance. Hij is op staande voet ontslagen. Werknemer zou zich schuldig hebben gemaakt aan een poging tot diefstal van een fiets van een collega uit de fietsenstalling bij Noordegraaf. Noordegraaf stelt dat dit is vastgelegd met beveiligingscamera’s. Werknemer stelt dat een en ander een grap was. Noordegraaf verzoekt voorwaardelijke ontbinding wegens een dringende reden.

De kantonrechter oordeelt als volgt. In de onderhavige procedure dient ervan uit te worden gegaan dat het ontslag op staande voet geen stand houdt. Beoordeeld dient te worden of sprake is van veranderingen in omstandigheden. Noordegraaf verwijt werknemer een poging tot diefstal van een fiets van een collega. Niet uit te sluiten valt dat Noordegraaf gelijk heeft, want als men de delictsomschrijving in het Wetboek van Strafrecht beziet, dan voldoet werknemer aan een groot aantal elementen van het misdrijf diefstal. Er bestaat echter gerede twijfel over ‘het oogmerk tot wederrechtelijke toe-eigening’ van de fiets. Volgens Noordegraaf wisten de werknemers dat er beveiligingscamera’s waren opgehangen. Ervan uitgaande dat werknemer dat ook wist, dan moet hij toch wel erg dom zijn geweest om, wetende dat er camera’s hangen, toch een fiets uit de fietsenstalling te willen stelen. Wat hij doet is de fiets elders op het terrein van Noordegraaf uit het zicht van een ieder plaatsen en vervolgens op zijn eigen fiets naar huis gaan. Noordegraaf heeft vol ingezet op de poging tot diefstal en is daarbij voor een groot deel voorbijgegaan aan de belangen van werknemer. Het moge dan zo zijn dat het gedrag van werknemer niet fraai te noemen is, Noordegraaf heeft hem min of meer te kijk gezet als dief en daarmee een situatie gecreëerd, waarbij werknemer ernstig is beschadigd. Noordegraaf construeert daaruit een situatie, waarbij zij het vertrouwen in werknemer geheel is kwijtgeraakt, maar zij vergeet daarbij dat zij het in haar macht heeft gehad om de-escalerend te werk te gaan. Werknemer heeft, zoals ter terechtzitting betoogd, groot belang bij behoud van zijn baan, omdat hij te weinig jaren in Nederland werkzaam is geweest om een volledige AOW-uitkering te kunnen krijgen. Het toekennen van een vergoeding bij een mogelijke ontbinding van de arbeidsovereenkomst biedt voor hem dan ook vooralsnog geen uitkomst. Volgt afwijzing van het voorwaardelijk ontbindingsverzoek.