werkneemster/Roompot Recreatie B.V.

Werkneemster is in dienst van Roompot. Zij heeft twee cosmetische ingrepen (een ooglidcorrectie) ondergaan. Roompot heeft het loon van werkneemster gedurende de herstelperiode doorbetaald, maar heeft het aantal dagen van afwezigheid in verband met de ingreep en het herstel (in totaal 45,6 uur) in mindering gebracht op haar verlofuren. Roompot stelt dat de ziekte opzettelijk is veroorzaakt, waardoor werkneemster op grond van artikel 7:629 lid 3 onder a BW geen recht heeft op loon. Werkneemster stelt dat ten onrechte 45,6 uur in mindering is gebracht op de verlofuren. Zij stelt dat de ooglidcorrectie medisch noodzakelijk was, zodat de uitsluitingsgrond niet van toepassing is.

De kantonrechter oordeelt als volgt. Werkneemster heeft een brief van haar behandelend plastisch chirurg overgelegd. De kantonrechter volgt Roompot niet waar zij stelt dat de kliniek van de behandelend arts zich richt op commerciële plastische chirurgie waarvoor geen medische indicatie is vereist, indien zij daarmee betoogt dat aan het oordeel van de behandelend arts reeds daarom geen waarde kan worden gehecht. Het enkele feit dat een arts zich richt op commerciële plastische chirurgie diskwalificeert hem/haar niet en brengt niet mee hij dus ongeschikt is te beoordelen of een ingreep al of niet medisch noodzakelijk is, ook al ontbreekt bij een (groot) deel van de door hem/haar uitgevoerde ingrepen een medische noodzaak. De behandelend arts heeft bij werkneemster niet alleen vastgesteld dat de huid van de bovenoogleden op de wimpers lag, maar ook dat dit bij werkneemster gepaard ging met klachten van vermoeidheid en gezichtsveldbeperking. In de brief van de behandelend arts ligt besloten dat hij/zij de ooglidcorrectie (mede) uit medisch oogpunt noodzakelijk achtte. Dit is aanvankelijk door de bedrijfsarts bevestigd. Van het opzettelijk veroorzaken van ziekte is geen sprake. Roompot heeft ten onrechte verlofuren op het verlofsaldo in mindering gebracht.