Rechtspraak
Rechtbank Midden-Nederland (Locatie Utrecht), 6 mei 2014
ECLI:NL:RBMNE:2014:1762
werknemer/werkgever
Werknemer is sinds 2011 voor onbepaalde tijd in dienst als salesmanager. In de arbeidsovereenkomst is een concurrentiebeding overeengekomen. Werknemer verzoekt voorwaardelijke ontbinding, primair wegens een dringende reden en subsidiair wegens veranderingen in omstandigheden onder toekenning van een vergoeding van € 50.000. Werknemer stelt dat hij om ontheffing van het concurrentiebeding heeft verzocht toen hij een aanbod heeft gekregen om ergens anders in dienst te treden. Werkgever reageerde furieus en liet direct weten dat dit niet mogelijk was. Werknemer stelt toen op staande voet te zijn ontslagen. Werkgever stelt dat werknemer slechts was geschorst. Werknemer vreest voor wat hem te wachten staat als hij weer bij werkgever zou moeten werken en is ervan overtuigd dat de verbale en emotionele intimidatie en mishandeling alleen maar erger zullen worden.
De kantonrechter oordeelt als volgt. Veronderstellenderwijs wordt ervan uitgegaan dat de arbeidsovereenkomst nog bestaat. Partijen verschillen van mening over de vraag of werkgever werknemer in het gesprek van 4 februari 2014 heeft uitgescholden, dat hij hem daarbij heeft gezegd dat hij niet langer voor werkgever werkte, dat hij direct ten overstaan van zijn collega’s zijn spullen in een vuilniszak moest doen en dat hij zonder afscheid te mogen nemen naar buiten werd geleid. De indruk bestaat dat het gesprek meer is verlopen volgens het door werknemer dan het door werkgever geschetste scenario, waarbij wordt meegewogen dat werkgever niet ter zitting is verschenen zodat hij hierover geen vragen kan beantwoorden. Het had op de weg van werkgever gelegen om nader onderzoek te plegen of werknemer inderdaad ontslag wilde nemen (hetgeen werknemer ontkent) en of hij de gevolgen daarvan kon overzien. Van een dringende reden in de zin van artikel 7:679 BW is echter geen sprake. Wel is sprake van een verstoorde arbeidsrelatie, zodat de arbeidsovereenkomst wegens veranderingen in omstandigheden wordt ontbonden. Werknemer verzoekt om toekenning van ‘een volledige schadevergoeding dan wel ontslagvergoeding’. Voor zover hij hiermee een andere vergoeding op het oog heeft dan de vergoeding bedoeld in artikel 7:685 lid 8 BW is het verzoek niet toewijsbaar. Er wordt een vergoeding toegekend conform de kantonrechtersformule met C=1,5 (€ 6.300 bruto).