Rechtspraak
Gerechtshof Amsterdam (Locatie Amsterdam), 6 mei 2014
ECLI:NL:GHAMS:2014:1636
werknemer/Aviapartner Cargo
Werknemer is op 1 november 2003 in dienst van Aviapartner getreden. Op 20 april 2012 heeft een klant van Aviapartner aan Aviapartner mededeling gedaan van de vermissing van 43 mobiele telefoons van het merk Samsung. Deze vermissing is door de betrokken klant opgemerkt in Frankfurt, Duitsland, waarnaar de vracht waarvan de telefoons deel uitmaakten vanaf Schiphol was vervoerd. Werknemer was daags tevoren, op 19 april 2012, werkzaam in de bedrijfsruimte van Aviapartner op Schiphol waarin zich een pakket bevond met daarin de naderhand als vermist opgegeven telefoons. In die ruimte zijn toen ook andere werknemers van Aviapartner aanwezig geweest. Aviapartner beschikt over camerabeelden waaruit valt af te leiden dat werknemer (samen met anderen) het pakket met een container, een voertuig met aanhangwagen en een vorkheftruck ‘inbouwt’, en aldus aan het oog van de bewakingscamera onttrekt. Nadat Aviapartner werknemer met deze beelden confronteert en hem beschuldigt van diefstal, ontslaat zij werknemer op 25 april wegens een dringende reden.
Het hof oordeelt als volgt. De betrokkenheid van werknemer bij het ‘inbouwen’ van het pakket waarin die telefoons zich hebben bevonden met andere voorwerpen, waardoor de camera dit pakket niet langer kon waarnemen, het daarop gevolgde zich aan het oog van de camera onttrekken door werknemer, diens weglopen naar de ‘lockers’ nadat hij, verscholen achter de geplaatste andere voorwerpen, in de nabijheid van het pakket had vertoefd en de kennelijke positiewijziging van het pakket in de tussentijd, blijkend uit het niet meer zichtbaar zijn van een eerder waargenomen beschadiging daaraan, vormen samen overtuigende aanwijzingen voor – in ieder geval – betrokkenheid van werknemer bij het wegnemen van de vermiste telefoons en, aldus, voor de gerezen verdenking van diefstal. Daarmee staat tevens vast dat werknemer het vertrouwen in hem zeer ernstig heeft beschaamd en in strijd met beginselen van ‘goed werknemerschap’ heeft gehandeld, zoals Aviapartner hem heeft verweten, en kon van Aviapartner redelijkerwijs niet worden gevergd dat zij de arbeidsovereenkomst met werknemer liet voortduren. Het ontslag op staande voet is dus terecht gegeven. Het bovenstaande wordt niet anders door de verklaring van werknemer dat hij zich uitsluitend achter de om het pakket heen geplaatste voorwerpen had begeven om ongezien met zijn mobiele telefoon te kunnen bellen of daarmee berichten te kunnen versturen.