Rechtspraak
Gerechtshof Amsterdam (Locatie Amsterdam), 27 mei 2014
ECLI:NL:GHAMS:2014:2103
werknemers/Tandartsenpraktijk Floriande
Werkneemsters 1 en 2 zijn in dienst van werkgever, de Tandartsenpraktijk Floriande. Werkneemster 1 heeft zich vanaf een vakantieadres ziek gemeld. Werkgever heeft werkneemster 1 op staande voet ontslagen wegens ongeoorloofde afwezigheid. Werkneemster 2 heeft vergoeding van het collegegeld voor haar opleiding en een ‘beugel’ gekregen. In de onderhavige procedure vorderen werkneemsters loon van werkgever. Werkgever vordert gefixeerde schadevergoeding van werkneemster 1 en terugbetaling van het collegegeld en kosten voor het plaatsen van de beugel van werkneemster 2.
Het hof oordeelt als volgt. Allereerst heeft werkneemster 1 onvoldoende gemotiveerd onderbouwd dat zij toestemming had voor vakantie. Voor zover werkneemster 1 zich erop beroept dat zij zich vanaf haar vakantieadres bij werkgever ziek heeft gemeld wegens ‘burn-outverschijnselen’ en dat zij als gevolg van ziekte niet in staat was de overeengekomen arbeid te verrichten, heeft zij nagelaten bij haar vordering een verklaring van een zogenoemde UWV-deskundige over te leggen omtrent haar verhindering om de arbeid te verrichten. Gelet op het bepaalde in artikel 7:629a BW mocht van werkneemster 1 worden verwacht dat zij een zodanige verklaring had overgelegd, aangezien uit de stellingen van werkgever – in wezen reeds uit diens verwijt van ongeoorloofde afwezigheid – genoegzaam blijkt dat hij betwist dat werkneemster 1 daadwerkelijk wegens ziekte ongeschikt was tot het verrichten van de overeengekomen arbeid. Werkneemster 1 heeft bovendien geen feiten aangevoerd waaruit volgt dat het overleggen van de bedoelde verklaring van een UWV-deskundige in redelijkheid niet van haar kan worden gevergd. Onder deze omstandigheden volgt uit het bepaalde in artikel 7:629a lid 1 BW dat de loonvordering, voor zover betrekking hebbend op de periode vanaf 5 juli 2012, niet toewijsbaar is. Het te veel betaalde loon dient werkneemster 1 terug te betalen. De enkele omstandigheid dat zij reeds enkele maanden een extra bedrag kreeg overgemaakt, leidt niet tot de gevolgtrekking dat partijen ‘dus’ dit hogere loon waren overeengekomen. Ten aanzien van werkneemster 2 geldt hetzelfde. Zij heeft onvoldoende aangetoond dat de overgemaakte vergoedingen verschuldigd waren.