Rechtspraak
Rechtbank Noord-Nederland (Locatie Assen), 2 juli 2014
ECLI:NL:RBNNE:2014:3132
werkneemster/Sportlandgoed Swartemeer B.V.
Werkneemster is bij Sportlandgoed in dienst geweest van 1 april 2008 tot 1 april 2013 in de functie van zelfstandig werkende kok. Op de arbeidsovereenkomst is de CAO Recreatie van toepassing. Werkneemster vordert betaling van achterstallig salaris, vakantietoeslag en uitbetaling van overuren. Zij stelt daartoe dat de CAO Recreatie een minimum-cao is en dat Sportlandgoed in strijd daarmee de cao-loonsverhogingen niet heeft verwerkt. Vanaf oktober 2010 heeft Sportlandgoed minder betaald dan op grond van de cao zou moeten. Verder is het salaris over de maand maart 2013 niet uitbetaald en heeft zij over de periode juni 2012 tot en met maart 2013 geen vakantietoeslag ontvangen.
De kantonrechter sluit zich aan bij het standpunt van werkneemster dat partijen weliswaar een nettoloon mogen afspreken maar dat dit, gelet op het minimumkarakter van de cao, niet lager kan zijn dan de netto equivalent van het brutosalaris volgens de op werkneemster toepasselijke salarisschaal. Werkneemster heeft derhalve aan achterstallig salaris € 4.093,71 tegoed, hetgeen ook door Sportlandgoed wordt erkend. Anders dan Sportlandgoed stelt, kunnen de minuren niet met het achterstallig salaris worden verrekend. Deze minuren zijn komen te vervallen nu deze niet tijdig en niet op de juiste wijze conform de bepaling daarover in de CAO Recreatie zijn gecompenseerd. Voorts wordt een bedrag van € 1.993,20 bruto wegens achterstallig salaris over de maand maart 2013 en € 1.066,48 bruto wegens achterstallig vakantiegeld over de periode juni 2012 tot en met maart 2013 toegewezen. De vordering met betrekking tot de overuren is onvoldoende onderbouwd en wordt afgewezen.