Rechtspraak
Gerechtshof 's-Hertogenbosch (Locatie 's-Hertogenbosch), 16 september 2014
ECLI:NL:GHSHE:2014:3643
werknemer/X Transport BV
Bij tussenarrest is werknemer opgedragen te stellen en zo nodig bewijzen dat hij gedurende zijn werkzaamheden aan voor de gezondheid gevaarlijke stoffen is blootgesteld en aannemelijk te maken dat hij lijdt aan een ziekte of gezondheidsklachten die door die blootstelling kunnen zijn veroorzaakt. Verwezen zij naar de inmiddels gewezen arresten van de Hoge Raad van 7 juni 2013 (ECLI:NL:HR:2013:BZ1717 en ECLI:NL:HR:2013:BZ1721), waarin de eerdere rechtspraak dienaangaande is herhaald: ‘Wanneer een werknemer in de uitoefening van zijn werkzaamheden is blootgesteld aan voor de gezondheid gevaarlijke omstandigheden en schade aan zijn gezondheid heeft opgelopen, moet het door de werknemer te bewijzen oorzakelijk verband tussen de werkzaamheden en die schade in beginsel worden aangenomen indien de werkgever heeft nagelaten de maatregelen te treffen die redelijkerwijs nodig zijn om te voorkomen dat de werknemer in de uitoefening van zijn werkzaamheden dergelijke schade lijdt. Voor de toepassing van deze regel is nodig dat de werknemer niet alleen stelt en zo nodig bewijst dat hij zijn werkzaamheden heeft moeten verrichten onder omstandigheden die schadelijk kunnen zijn voor zijn gezondheid, maar ook dat hij stelt en zo nodig aannemelijk maakt dat hij lijdt aan gezondheidsklachten die daardoor kunnen zijn veroorzaakt.’ De deskundige heeft geoordeeld dat het onwaarschijnlijk is dat zijn huidige, chronische klachten het gevolg zijn van het ongeval (blootstelling aan Casifos M75).
Het hof oordeelt als volgt. Werknemer is niet in het hiervoor vermelde bewijs geslaagd. Werknemer heeft niet bewezen dat hij is blootgesteld aan een gevaarlijke stof ofwel aan voor de gezondheid gevaarlijke omstandigheden en werknemer heeft met name niet bewezen dat hij aan gezondheidsklachten lijdt die door het ongeval, de blootstelling aan Casifos M75, kunnen zijn veroorzaakt. Het feit dat de deskundige niet uitsluit dat de klachten die werknemer in de acute fase, vlak na het ongeval, heeft ondervonden daarvan het gevolg zijn, kan daaraan niet afdoen. Van (het ontstaan van of verergering van) (de door de deskundige beschreven chronische) gezondheidsklachten ten gevolge van de acute – en naar de mening van de deskundige na maximaal enkele dagen verdwenen – klachten na het ongeval (ademhalingsproblemen, branderig gevoel in de keel tot in de buik, slikken doet pijn volgens het SEH-dossier) is immers niets gebleken. Indien het verband tussen de gezondheidsschade en de arbeidsomstandigheden te onzeker en te onbepaald is, is er geen plaats voor toepassing van de omkeringsregel, zie de voormelde arresten van 7 juni 2013. In het onderhavige geval is daarvoor, gelet op het ontbreken van enig verband, eens te minder plaats.