Naar boven ↑

Rechtspraak

Stichting De Alliantie/werknemer
Rechtbank Midden-Nederland (Locatie Amersfoort), 16 april 2014
ECLI:NL:RBMNE:2014:6636

Stichting De Alliantie/werknemer

Gewijzigde functie na reorganisatie is voor werknemer niet passend. Ontbinding arbeidsovereenkomst. Toepassing sociaal plan (vergoeding met C=0,8) is, gelet op visuele beperking werknemer, evident onbillijk. Vergoeding met C=1.

Werknemer is op 7 februari 1991 in dienst van de rechtsvoorganger van De Alliantie getreden. Vanaf 1997 vervulde hij de functie van medewerker beheer kantoor/secretariaat. Op 29 december 1997 is hem een bedrijfsongeval overkomen, ten gevolge waarvan hij letsel aan zijn oog heeft opgelopen. Op 6 maart 2000 is werknemer uitgevallen wegens oogklachten. Sindsdien is werknemer (in steeds wisselende percentages) arbeidsongeschikt gebleven en hebben partijen verschillende re-integratie-inspanningen verricht. In 2010/2011 heeft De Alliantie besloten tot een reorganisatie om haar organisatie efficiënter en effectiever in te richten. Met de vakbond(en) is een sociaal plan afgesloten, genaamd ‘Sociaal Statuut De Alliantie’ met een looptijd van 1 mei 2011 tot 1 mei 2014. Tot op heden is werknemer 10 uur per week in de functie van medewerker interne zaken op de afdeling post/archief, die in 2007 medewerker DIV is gaan heten, blijven werken. De Alliantie verzoekt ontbinding van de arbeidsovereenkomst, omdat gebleken is dat het werk als medewerker DIV na de reorganisatie niet passend is voor werknemer en niet passend voor hem kan worden gemaakt. Er is geen andere passende functie. Er wordt een vergoeding aangeboden met C=0,8.

Nu er geen passende functie voor werknemer bij De Alliantie voorhanden is, de werkgelegenheidsgarantie uit het Statuut per 31 mei 2014 afloopt en werknemer met behulp van De Alliantie geen ander werk heeft kunnen vinden, is de kantonrechter van oordeel dat de arbeidsovereenkomst tussen partijen dient te worden ontbonden per 31 mei 2014. Het opzegverbod tijdens ziekte staat hieraan niet in de weg, nu werknemer niet arbeidsongeschikt is in de functie die hij voor de reorganisatie had. Conform het sociaal statuut komt werknemer een vergoeding toe met C=0,8. De kantonrechter verstaat de opmerking van werknemer dat hij mede vanwege zijn visuele beperking kansloos is op de arbeidsmarkt als een beroep op de evidente onbillijkheid van deze vergoeding. De kantonrechter honoreert dat beroep. Anders dan vermoedelijk vele andere medewerkers met wie de arbeidsovereenkomst op basis van het statuut is beëindigd, is ten aanzien van werknemer sprake van een visuele beperking die hem ook beperkt in het vinden van ander werk en die hem ook bij herplaatsing op grond van het statuut heeft beperkt. Gelet daarop wordt een vergoeding toegekend op basis van de kantonrechtersformule met C=1. Hierbij is rekening gehouden met het feit dat De Alliantie heeft toegezegd de opleiding van werknemer in advies en installatie van zonnepanelen nog te zullen betalen.