Naar boven ↑

Rechtspraak

Katholieke Scholenstichting Utrecht/werkneemster
Rechtbank Midden-Nederland (Locatie Utrecht), 16 december 2014
ECLI:NL:RBMNE:2014:6745

Katholieke Scholenstichting Utrecht/werkneemster

Afwijzing ontbindingsverzoek. Leerkracht (57 jaar) heeft, mede gelet op de lange duur van het dienstverband (ruim 35 jaar), onvoldoende de mogelijkheid gekregen haar functioneren te verbeteren.

Werkneemster, thans 57 jaar oud, is op 25 augustus 1977 bij een rechtsvoorgangster van Katholieke Scholenstichting Utrecht (hierna: KSU) in dienst getreden. Zij is werkzaam als leerkracht. KSU verzoekt ontbinding van de arbeidsovereenkomst op grond van veranderingen in de omstandigheden. Zij voert daartoe aan dat het na de afgelopen jaren, waarin KSU niet alleen heeft voorzien in de persoonlijke begeleiding van werkneemster, maar ook in de scholing en begeleiding die zij als teamlid heeft kunnen ontvangen, niet verantwoord is om haar onderwijs te laten geven. Leerlingen worden niet in voldoende mate in hun onderwijsbehoefte voorzien en komen tekort. Zij voldoet volgens KSU niet aan de basale competenties die gelden voor een startende leerkracht in het onderwijs.

De kantonrechter oordeelt als volgt. Werkneemster is ruim 35 jaar in dienst en heeft tot een aantal jaren geleden in ieder geval goed gefunctioneerd. Indien gedurende het dienstverband de eisen voor het naar behoren vervullen van de functie worden aangescherpt (hetgeen hier aan de orde is), dienen zowel de werknemer als de werkgever zich ervoor in te spannen dat aan deze eisen voldaan wordt. KSU stelt zelf dat werkneemster uitermate haar best heeft gedaan om aan de veranderde eisen alsnog tegemoet te komen, maar dat dit haar niet is gelukt. Gelet op de lengte van het dienstverband rust niettemin op KSU een vergaande verplichting werkneemster de kans te geven alsnog aan de eisen te voldoen. De competenties waar het in deze zaak om gaat zijn interpersoonlijk competent, organisatorisch competent, pedagogisch handelen en didactisch handelen. Partijen zijn het erover eens dat werkneemster aan de eerste twee competenties voldoet. Het valt de kantonrechter echter op dat de didactische competentie in het beoordelingsgesprek van 19 juni 2012 met ‘+’ is beoordeeld. Kennelijk voldeed zij op dat moment wel aan die competentie. Verder is van belang dat werkneemster na begeleiding van de 15 doelen er 10 gehaald heeft, zij het dat het behoud daarvan een aandachtspunt moet blijven. Voorts is van belang dat KSU heeft volstaan met de algemene stelling dat werkneemster niet aan alle competenties voldoet. Bovendien heeft KSU werkneemster er onvoldoende duidelijk voor gewaarschuwd dat KSU het dienstverband zal beëindigen als werkneemster de beoogde doelen niet haalt. Geoordeeld wordt dat het functioneren van werkneemster weliswaar verbeterd moet worden, maar dat zij daartoe (toch) onvoldoende de kans heeft gekregen. Dat het onverantwoord is haar nog langer voor de klas te laten staan is niet gebleken. Tot slot worden vraagtekens gesteld bij het schorsingsbesluit van KSU. Van een dringende noodzaak voor de schorsing is niet gebleken. KSU laadt de verdenking op zich dat zij een voorschot heeft willen nemen op de beslissing van de kantonrechter. Volgt afwijzing van het ontbindingsverzoek.