Naar boven ↑

Rechtspraak

ondernemingsraad Inspectie Leefomgeving en Transport/Inspectie Leefomgeving en Transport
Gerechtshof Amsterdam (Locatie Amsterdam), 17 december 2014
ECLI:NL:GHAMS:2014:5412

ondernemingsraad Inspectie Leefomgeving en Transport/Inspectie Leefomgeving en Transport

Besluit tot afschaffing van het zogenoemde ‘gastvliegerschap’ voor inspecteurs-vliegers wegens het voorkomen van (de schijn van) belangenverstrengeling en borgen van onafhankelijkheid, komt primair aan de ondernemer toe. Vlieguren via vluchtsimulator geen onredelijk besluit.

ILT is een onderdeel van het ministerie van Infrastructuur en Milieu en heeft als taak de bevordering van de naleving van wet- en regelgeving voor bouwen, wonen, ruimte, milieu en vervoer. In totaal werken er bij ILT 1100 ambtenaren onder wie ongeveer 500 inspecteurs. Van hen zijn 90 inspecteurs werkzaam op het terrein van de luchtvaart onder wie vier inspecteurs-vliegers. De inspecteurs-vliegers onderhouden hun vliegvaardigheid door het vervullen van een gastvliegerschap bij een Nederlandse luchtvaartmaatschappij. Het gastvliegerschap houdt in dat een inspecteur-vlieger verkeersvluchten uitvoert in de hoedanigheid van vlieger bij een daartoe door de staat gecontracteerde luchtvaartmaatschappij. De inspecteurs-vliegers besteden aan het gastvliegerschap ieder 400 tot 500 diensturen per jaar. Bij brieven van 20 september 2012 heeft de directeur ILT/Luchtvaart aan de inspecteurs-vliegers medegedeeld dat met ingang van 1 januari 2013 hun vliegvaardigheid niet langer zal worden onderhouden door het vervullen van een gastvliegerschap maar ‘door middel van simulatortraining, waar nodig aangevuld met aanvullende training en opleiding’. Aanleiding was het borgen van de onafhankelijkheid van dit toezichthoudende orgaan. Het onderhouden van de vliegvaardigheid via gastvliegerschap is bovendien zeer arbeidsintensief, tussen de 400 en 500 uren in diensttijd per jaar. Nadat de ondernemingsraad tegen dit besluit beroep bij de Ondernemingskamer had ingesteld, is het besluit ingetrokken en is onderzoek gedaan naar alternatieven. In september 2013 is opnieuw besloten tot het afschaffing van het gastvliegerschap, althans dat de training grotendeels in een simulator zal plaatsvinden en nog enkele vluchten zullen worden uitgevoerd. Tegen dit besluit keert de ondernemingsraad zich in beroep bij de OK. Volgens de ondernemingsraad zijn er geen signalen dat zich thans integriteitsproblemen (kunnen) voordoen. De voornaamste beweegreden van het besluit (de ILT moet onafhankelijk kunnen opereren waarbij een schijn van belangenverstrengeling moet worden voorkomen) is onvoldoende toegelicht. In de huidige situatie wordt belangenverstrengeling voorkomen doordat een inspecteur-vlieger niet de luchtvaartmaatschappij inspecteert waar hij zijn gastvliegerschap vervult.

De Ondernemingskamer oordeelt als volgt. ILT heeft voldoende aannemelijk gemaakt, mede door toelichting ter zitting, dat, anders dan de ondernemingsraad aanvoert, het gelet op de huidige bezetting van slechts vier inspecteurs-vliegers en het geringe aantal Nederlandse luchtvaartmaatschappijen feitelijk niet langer mogelijk is dat inspecteurs-vliegers een gastvliegerschap vervullen bij een luchtvaartmaatschappij ten aanzien waarvan de desbetreffende inspecteur geen inspectietaken vervult. De Ondernemingskamer neemt daarbij in aanmerking dat begrijpelijk is dat het ILT ook te doen is om het vermijden van de schijn van belangenverstrengeling en dat het uit dat oogpunt voor de hand ligt dat ILT daarbij luchtvaartmaatschappijen die tot hetzelfde concern behoren (zoals KLM Cityhopper ten opzichte van haar 100% moedermaatschappij KLM) niet beschouwt als van elkaar onafhankelijke entiteiten, maar als één luchtvaartmaatschappij. Nu aangenomen moet worden dat handhaving van het gastvliegerschap feitelijk tot gevolg heeft dat inspecteurs als gastvlieger optreden bij luchtvaartmaatschappijen die door henzelf worden geïnspecteerd, kon het ILT in redelijkheid oordelen dat de door de ondernemingsraad voorgestelde transparantie door openbaarmaking van een met de luchtvaartmaatschappijen af te sluiten convenant over het gastvliegerschap ontoereikend is om de beoogde onafhankelijkheid te bereiken en de schijn van belangenverstrengeling te vermijden. Het is primair aan ILT zelf om te bepalen welk gewicht zij toekent aan het bevorderen van onafhankelijkheid en het vermijden van de schijn van belangenverstrengeling. Het is niet onredelijk dat ILT daaraan een aanzienlijk gewicht toekent en met besluitvorming niet wil wachten totdat zich incidenten hebben voorgedaan of totdat vanuit de politiek of de publieke opinie wordt aangedrongen op maatregelen.

  • Instantie: Gerechtshof Amsterdam
  • Locatie: Amsterdam
  • ECLI: ECLI:NL:GHAMS:2014:5412
  • Roepnaam: ondernemingsraad Inspectie Leefomgeving en Transport/Inspectie Leefomgeving en Transport
  • Zaaknummer: 200.135.834/01 OK
  • Nummer: AR-2015-0028
  • Wetsartikelen: 25 WOR en 26 WOR
  • Onderwerpen: Adviesrecht (25 WOR)
  • Trefwoorden: adviesrecht, afschaffen gastvliegerschap , belangenafweging , vermijden van de schijn van belangenverstengeling en bevorderen van onafhankelijkheid