Naar boven ↑

Rechtspraak

X c.s./Stichting Pensioenfonds ECI (in liquidatie)
Rechtbank Midden-Nederland (Locatie Utrecht), 19 januari 2015
ECLI:NL:RBMNE:2015:243

X c.s./Stichting Pensioenfonds ECI (in liquidatie)

Voorwaardelijk toegekend recht op extra ouderdomspensioen heeft geen onvoorwaardelijk karakter gekregen. Inmiddels failliete werkgever heeft niet aan financieringsverplichting voldaan. Geen onrechtmatig handelen door pensioenfonds (in liquidatie).

Drie werknemers zijn in dienst geweest van een vennootschap van de ECI-groep. Met ingang van 1 januari 2007 heeft ECI in verband met de inwerkingtreding van de Wet VPL aan de werknemers VPL-aanspraken toegezegd, zoals omschreven in de Overgangsregeling ECI. Ingevolge de Overgangsregeling ECI hebben de werknemers een voorwaardelijke aanspraak verkregen op extra ouderdomspensioen. De drie werknemers zijn met vervroegd pensioen gegaan. Vanaf 1 februari 2012 en 1 mei 2012 heeft Pensioenfonds ECI aan de werknemers extra ouderdomspensioen uitgekeerd. Vooruitlopend op betaling door ECI van de hiervoor benodigde koopsommen, zijn deze uitkeringen gedaan door aanwending van eigen middelen van het fonds. ECI heeft nagelaten de VPL-aanspraken en het extra ouderdomspensioen van (gewezen) werknemers te financieren door de daarvoor benodigde gelden te voldoen aan Pensioenfonds ECI. Per 1 januari 2013 heeft Pensioenfonds ECI de uitkering van (extra) ouderdomspensioen aan de werknemers beëindigd. Het bestuur van Pensioenfonds ECI heeft besloten tot opheffing van het fonds. Pensioenfonds ECI is ontbonden en verkeert thans in liquidatie (zie de procedure betreffende het verzet tegen de rekening en verantwoording van de vereffening AR 2014-0268 en AR 2014-0269). De werknemers stellen zich op het standpunt dat Pensioenfonds ECI jegens hen gehouden is de Overgangsregeling ECI na te komen en dat zij verplicht is aan hen een levenslang onvoorwaardelijk recht op extra ouderdomspensioen toe te kennen en uit te keren.

De kantonrechter oordeelt als volgt. De eerste vraag die partijen verdeeld houdt, luidt of het in de Overgangsregeling ECI bedoelde (voorwaardelijke), ‘zachte’, recht op extra ouderdomspensioen in de gegeven omstandigheden bij de vervroegde pensionering van de werknemers een onvoorwaardelijk, ‘hard’, karakter heeft gekregen, ondanks het feit dat ECI – voor de periode vanaf 1 januari 2013 – niet aan het financieringsvereiste van artikel 2 in verbinding met artikel 6 van die regeling heeft voldaan. Deze vraag wordt ontkennend beantwoord. Pensioenfonds ECI heeft onweersproken gesteld dat zij in afwachting van de in de Overgangsregeling ECI en de uitvoeringsovereenkomst geregelde financiering door ECI, en derhalve niet in de plaats daarvan, extra ouderdomspensioen aan de werknemers vanaf hun vervroegde pensionering uit eigen middelen heeft uitgekeerd. Pensioenfonds ECI heeft er destijds op gerekend dat ECI alsnog met financiering over de brug zou komen, hetgeen niet is gebeurd. De werknemers hebben er, gelet op de berichtgeving door Pensioenfonds ECI, niet op mogen vertrouwen dat hun extra ouderdomspensioen onvoorwaardelijk was geworden. De vordering tot schadevergoeding, gebaseerd op het vermeende tekortschieten van Pensioenfonds ECI bij de inning van haar vordering op ECI, wordt afgewezen. Vaststaat dat ECI al geruime tijd voordat van een faillissement sprake was, in ernstige financiële moeilijkheden verkeerde. Nu met de financiering van extra ouderdomspensioen van de drie werknemers en van (ex-)werknemers in een vergelijkbare situatie ongeveer € 1,4 miljoen gemoeid was, moet het er – bij gebreke van feiten of omstandigheden die een andere kant uitwijzen – voor worden gehouden dat ook rechtsmaatregelen tegen ECI niet zouden hebben geleid tot het vrijkomen van gelden waarmee die pensioenrechten hadden kunnen worden bekostigd. Volgt afwijzing van de vordering.

  • Rechters: H.A.M. Pinckaers
  • Advocaten: M.D. Vis en E. Lutjens
  • Wetsartikelen: 2 Overgangsregeling ECI en 6 Overgangsregeling ECI
  • Onderwerpen: Pensioen
  • Trefwoorden: pensioen, pensioenfonds, voorwaardelijk extra ouderdomspensioen en faillissement