Naar boven ↑

Rechtspraak

X c.s./Y
Rechtbank Zeeland-West-Brabant (Locatie Tilburg), 11 februari 2015
ECLI:NL:RBZWB:2015:813

X c.s./Y

Artikel 53 CAO Besloten Busvervoer – dat de inzet van zzp’ers als chauffeur verbiedt – is rechtsgeldig voor schijnzelfstandigen, maar heeft geen rechtsgevolg voor zzp’ers als zelfstandige marktdeelnemers.

Op 16 mei 2013 is de CAO Besloten Busvervoer (CAO BB) algemeen verbindend verklaard. Centrale vraag in deze procedure is of artikel 53 CAO BB, dat de inzet van zzp’ers als chauffeur verbiedt, in strijd is met artikel 6 lid 1 Mw. Onder verwijzing naar Europese rechtspraak achten X c.s. artikel 53 CAO BB rechtens toelaatbaar. Y stelt zich op het standpunt dat artikel 53 CAO BB in strijd is met artikel 6 lid 1 Mw en verwijst daarvoor onder andere naar het Toetsingskader AVV, het vonnis van de Rechtbank ’s-Gravenhage van 27 oktober 2010 (zie AR 2010-0894), alsmede de politieke motie van de VVD en D66 van 12 december 2013 (Kamerstukken II 2013/14, 29544-493).

De kantonrechter stelt voorop dat voor de uitleg van artikel 6 lid 1 Mw in beginsel zo veel mogelijk aansluiting dient te worden gezocht bij de rechtspraak van het HvJ EU over artikel 101 VWEU. Het arrest van het HvJ EU over het opnemen van minimumtarieven voor zzp’ers in de CAO Remplaçanten Nederlandse Orkesten (HvJ EU 4 december 2014, zie AR 2014-1031 (FNV KIEM/Staat der Nederlanden)) is van belang voor de mededingingsrechtelijke uitleg van artikel 53 CAO BB. Op grond van de uitspraak van het HvJ EU wordt geoordeeld dat (ook) artikel 53 CAO BB slechts rechtsgeldig is voor zzp’ers die ‘schijnzelfstandigen’ zijn als bedoeld in het arrest van het HvJ EU. Voor zzp’ers als zelfstandige marktdeelnemers, ondernemingen in de zin van artikel 101 lid 1 VWEU, mist artikel 53 CAO BB dus rechtsgevolg. De gevraagde verklaring voor recht zal met inachtneming van deze uitleg worden toegewezen. Vervolgens is voor de kantonrechter onduidelijk gebleven wat X c.s. concreet bedoelen met ‘de verschuldigde bijdrage’. Is dat (alleen) de in artikel 3 van de CAO SFO door Y verschuldigde bijdrage of wordt daarmee tevens nog iets anders bedoeld? X c.s. hebben dat ook in hun conclusie van repliek en in hun akte niet nader onderbouwd. Gelet hierop komt deze voor de kantonrechter onduidelijk geformuleerde vordering, die, naar moet worden aangenomen, bij toewijzing tevens executieproblemen zal meebrengen, niet voor toewijzing in aanmerking.