werkgever/werknemer

Werknemer (1955) is op 1 januari 2001 in dienst getreden van werkgever in de functie van medewerker salarisadministratie/P&O. Werkgever maakt onderdeel uit van een concern. De moedermaatschappij heeft in 2010 X Holding c.s. overgenomen. Als gevolg van deze overname heeft de moedermaatschappij besloten tot centralisatie van de P&O-taken. Op 25 mei 2010 heeft zij als hoofd Personeel en Organisatie de heer Y aangesteld, die vanuit het kantoor Elslo werkzaam zal zijn. Vervolgens is toestemming verzocht voor het ontslag van werknemer, welke toestemming is verleend. De arbeidsovereenkomst is per 1 april 2012 opgezegd. Bij vonnis van 26 februari 2013 heeft de kantonrechter geoordeeld dat sprake is van een opzegging van de arbeidsovereenkomst onder een voorgewende reden en voor recht verklaard dat de opzegging van de arbeidsovereenkomst door werkgever kennelijk onredelijk is geweest. Werkgever is voorts veroordeeld om aan werknemer te voldoen een schadevergoeding van € 40.000.

Het hof oordeelt als volgt. Voldoende is komen vast te staan dat de werkelijke reden voor ontslag is gelegen in de naar aanleiding van de centralisatie van P&O ontstane verstoorde arbeidsrelatie en niet de zogenoemde reorganisatie. De uitdrukkelijke stelling van werknemer dat hij het niet zag zitten te verhuizen naar de andere locatie en de reactie van werkgever tot verval van zijn functie onderschrijven dit beeld. Bij de berekening van het aan werknemer toekomende bedrag van € 40.000 aan schadevergoeding is de kantonrechter uitgegaan van een te verwachten periode van (gedeeltelijk) inkomensverlies van 3,5 jaar met inachtneming van de in voornoemde periode genoten WW-uitkering en van een periode van 1,5 jaar waarin werknemer mogelijk een lager salaris zal verdienen dan bij werkgever. Gelet op de omstandigheden op het tijdstip van het einde van de arbeidsovereenkomst, zoals de leeftijd van werknemer, 56 jaar, en zijn eenzijdige werkervaring van 12 jaar bij werkgever, valt zonder nadere onderbouwing niet in te zien waarom, naar werkgever stelt, aan werknemer hoogstens een vergoeding van € 12.000 zou toekomen. Weliswaar heeft werkgever twee uitkomsten (prints) van berekeningen van de website ‘hoelangwerkloos.nl’ overgelegd, maar zonder nadere onderbouwing valt niet in te zien dat en waarom de functie van werknemer zou vallen onder de op die prints aangegeven categorie ‘beroepsniveau hoger’ en beroepsrichting ‘economisch, administratief en commercieel’, sector bouw of sector zakelijke dienstverlening.

In incidenteel hoger beroep heeft werknemer additionele schadevergoeding wegens pensioenschade gevorderd. Dit bedrag, een vergoeding van € 18.999,21 ter zake pensioenschade, wordt toegewezen.