Naar boven ↑

Rechtspraak

werknemer/Magsoft Benelux B.V.
Rechtbank Midden-Nederland (Locatie Utrecht), 13 mei 2015
ECLI:NL:RBMNE:2015:3460

werknemer/Magsoft Benelux B.V.

Proeftijdbeding in arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd (zes maanden) is niet rechtsgeldig.

Werknemer is per 1 maart 2015 op basis van een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd voor de duur van zes maanden in dienst getreden van Magsoft. In de arbeidsovereenkomst is een proeftijd voor de duur van een maand opgenomen. Op 31 maart 2015 heeft Magsoft laten weten de arbeidsovereenkomst met een beroep op de proeftijd wegens bedrijfseconomische redenen te beëindigen. Kern van het geschil tussen partijen is de vraag of het proeftijdbeding rechtsgeldig is overeengekomen.

De kantonrechter oordeelt als volgt. Sinds 1 januari 2015 luidt artikel 7:652 lid 4 BW als volgt: ‘Er kan geen proeftijd worden overeengekomen indien de arbeidsovereenkomst is aangegaan voor ten hoogste zes maanden.’ Nu partijen per 1 maart 2015 een arbeidsovereenkomst van niet meer dan zes maanden zijn aangegaan, konden zij niet rechtsgeldig een proeftijd overeenkomen. Voor een rechtsgeldige opzegging van de arbeidsovereenkomst heeft Magsoft toestemming van het UWV nodig. Magsoft heeft echter zonder toestemming van het UWV de arbeidsovereenkomst vanwege bedrijfseconomische redenen opgezegd, wat betekent dat deze opzegging niet rechtsgeldig heeft plaatsgevonden. De kantonrechter acht in hoge mate aannemelijk dat de bodemrechter zal beslissen dat de arbeidsovereenkomst tussen partijen voortduurt. Werknemer heeft derhalve in de onderhavige procedure recht op doorbetaling van zijn loon en emolumenten. Ook de gevorderde wedertewerkstelling wordt toegewezen.