Rechtspraak
Rechtbank Oost-Brabant (Locatie Eindhoven), 31 juli 2015
ECLI:NL:RBOBR:2015:4675
Stichting Geïntegreerde Geestelijke Gezondheidszorg in Eindhoven en de Kempen/werknemer
Werknemer (27 jaar) is sinds 15 december 2014 in dienst bij GGzE, een gespecialiseerde psychiatrische instelling voor verpleging van tbs-gestelden. Hij werkt thans in de functie van medewerker veiligheid en logistiek. GGzE verzoekt ontbinding van de arbeidsovereenkomst, primair wegens een dringende reden. Aangevoerd wordt dat werknemer tijdens een teamuitje harddrugs heeft gebruikt. Ook heeft hij tegen collega’s gezegd dat over het drugsgebruik niet gesproken mag worden. Dit gedrag is in strijd met de gedragscode, de beroepscode en met de houding en werkwijze die van een hulpverlener verwacht mag worden.
De kantonrechter oordeelt als volgt. Anders dan werknemer stelt, was het feest niet louter een zuivere privéaangelegenheid. Ofschoon het feest niet onder werktijd heeft plaatsgevonden, hield het wel in belangrijke mate verband met het werk. GGzE heeft uitsluitend die werknemers voorgedragen voor ontslag van wie volgens haar vaststaat of sterke vermoedens bestaan dat zij tijdens het feest in aanwezigheid van collega's harddrugs hebben gebruikt. Kennelijk is met het openlijke gebruik van harddrugs, al dan niet in combinatie met het naderhand verborgen willen houden van het voorval voor het hogere management en/of het onder druk zetten van collega's, voor GGzE een grens overschreden. De kantonrechter is het daarin met haar eens. Onderzocht moet daarom worden wat en hoe groot het aandeel is geweest van werknemer met betrekking tot het in bezit hebben en/of gebruik van harddrugs. Op grond van de verklaringen uit het rapport van Hoffman is voldoende aannemelijk geworden dat werknemer harddrugs heeft gebruikt. Tussen partijen is niet in geschil dat werknemer de regels, en met name de regel dat hij onder werktijd niet onder invloed van geestverruimende of -vernauwende middelen dient te zijn, als vermeld in de gedragscode van GGzE, dient na te leven. Werknemer heeft, voor zover hij niet al in strijd met de regels van de gedragscode van GGzE heeft gehandeld, minstgenomen ernstig in strijd gehandeld met de regels van goed werknemerschap. Het verzoek zal worden afgewezen voor zover het is gegrond op een dringende reden. De reden daarvoor is dat niet is gebleken dat werknemer harddrugs heeft gebruikt tijdens de daadwerkelijke uitoefening van zijn werkzaamheden of dat hij tijdens werktijd onder invloed van geestverruimende of -vernauwende stoffen verkeerde. Wel staat voldoende vast dat werknemer in ernstige mate het door GGzE in hem gestelde vertrouwen heeft geschonden. Werknemer heeft tot tweemaal toe tegenover Hoffmann Bedrijfsrecherche ontkend dat hij harddrugs heeft gebruikt. De arbeidsovereenkomst wordt (zonder toekenning van een vergoeding) ontbonden.