Naar boven ↑

Rechtspraak

werkneemster/Albron Nederland B.V.
Rechtbank Midden-Nederland (Locatie Utrecht), 1 juli 2015
ECLI:NL:RBMNE:2015:5846

werkneemster/Albron Nederland B.V.

Deelgeschilprocedure leent zich niet voor nadere bewijslevering ten aanzien van toedracht bedrijfsongeval met ovenrooster. Of zorgplicht is geschonden kan niet worden vastgesteld.

Werkneemster is in dienst van Albron in de functie van cateringmedewerker B. Op 2 februari 2010 is zij tijdens het werk gevallen over een ovenrooster die een kok heeft laten vallen. Werkneemster verzoekt voor recht te verklaren dat Albron aansprakelijk is voor de schade die zij lijdt als gevolg van het ongeval. Volgens werkneemster is een koksdoek niet geschikt voor het verwijderen van een rek uit de oven, maar dient daarvoor een professionele ovenhandschoen gebruikt te worden. Daarnaast is werkneemster van mening dat het ongeval voorkomen had kunnen worden als voldaan zou zijn aan de waarschuwings- en/of instructieplicht.

De kantonrechter oordeelt als volgt. Hoe en waardoor het (tweede) ovenrekje op de grond is gevallen is (in deze procedure) niet duidelijk geworden. Hetgeen werkneemster daarover stelt, wordt betwist door Albron en kan ook niet op basis van de stukken die deel uitmaken van het dossier worden geverifieerd en/of ge(re)construeerd. Verder is onderdeel van het debat of het niet gebruiken van een ovenhandschoen als een voor de onderhavige situatie relevante overtreding van een veiligheidsnorm moet worden aangemerkt. Uit de inhoud van het overgelegde document 'Arbo op je werkplek' volgt weliswaar dat ovenhandschoenen moeten worden gebruikt, maar deze instructie heeft, gezien de toelichting die erbij vermeld staat, tot doel de onderarmen te beschermen tegen verbranden. Dit betekent dan ook niet, althans niet zonder meer, dat de koksdoek niet gebruikt mocht worden om een ovenrek uit de oven te halen. Zodoende kan niet worden vastgesteld dat het rekje, zoals werkneemster betoogt, is gevallen door het overtreden van een veiligheidsnorm. Dit betekent dat een en ander door middel van bewijslevering duidelijk moet worden. In het kader van deze deelgeschilprocedure is daarvoor geen ruimte. Ook indien er veronderstellenderwijs van uit wordt gegaan dat de kok niet gewaarschuwd heeft, zoals werkneemster stelt, is geen sprake van een normschending. Voor de beantwoording van die vraag zijn twee aspecten van belang, ten eerste de snelheid waarmee gehandeld is en ten tweede tot wie zich de waarschuwing had moeten richten. Niet kan worden vastgesteld of wel of geen sprake is van een schending van de zorgplicht en in het verlengde daarvan van aansprakelijkheid van Albron. Het verzoek ex artikel 7:658 BW wordt afgewezen. Subsidiair is het verzoek gebaseerd op artikel 6:170 BW. Op basis hiervan kan het verzoek evenmin worden toegewezen. Er is geen sprake van onrechtmatig handelen door de kok. De oorzaak van het vallen van het ovenrooster is onduidelijk gebleven en daarnaast kan de kok geen verwijt worden gemaakt van het feit dat hij het gevallen rek niet direct zou hebben opgepakt. Volgt afwijzing van het verzoek.