Naar boven ↑

Rechtspraak

werkneemster/TSN Thuiszorg B.V.
Rechtbank Overijssel (Locatie Almelo), 13 november 2015
ECLI:NL:RBOVE:2015:5044

werkneemster/TSN Thuiszorg B.V.

Eenzijdige verlaging van salaris door thuiszorgorganisatie is niet rechtsgeldig. Herindelingsprocedure zoals opgenomen in cao is ten onrechte niet gevolgd.

Werkneemster is in dienst van TSN, een organisatie die (huishoudelijke) hulp biedt aan mensen die daar behoefte aan hebben. Op de arbeidsovereenkomst is van toepassing de CAO voor de Verpleeg- en Verzorgingstehuizen en de Thuiszorg (CAO VVT). Het betreft een standaard-cao. Voor huishoudelijke werkzaamheden wordt een HH1-indicatie afgegeven en voor huishoudelijke werkzaamheden plus hulp bij de organisatie van het huishouden een HH2-indicatie. Op 22 april 2015 heeft TSN aan de werknemers een brief gestuurd, waarvan de inhoud kort gezegd is dat het loon met ingang van 18 mei 2015 wordt aangepast. Er wordt een afbouwregeling aangekondigd en toegelicht; tevens worden verlof- en compensatie-uren per 17 mei 2015 gewaardeerd op het oude en het nieuwe uurloon. Het verschil zal worden uitbetaald. In de brief is het toepasselijke uurloon ingevuld, de verhouding tussen HH1- en HH2-werk in de afgelopen drie perioden, en het bedrag van de afbouwregeling. Centrale vraag is of de eenzijdige aanpassing van de functie en het loon rechtsgeldig is. In totaal hebben 109 werknemers een kort geding aangespannen.

De kantonrechter oordeelt als volgt. Kern van het verweer van TSN is dat de aanpassing van het loon volgt uit de juiste toepassing van de cao. Dit verweer wordt niet gevolgd. Op basis van de stukken en hetgeen ter zitting is verklaard, is er geen reden om te twijfelen aan de juistheid van de in het verleden gemaakte functie-indeling en het daaraan gekoppelde salaris. Die werkzaamheden behorend bij die functie vormen de bedongen arbeid. Dat werknemers zich hebben neergelegd bij een beperkt werkaanbod en daarmee een andere functie hebben aanvaard is niet gebleken. Dat werknemers thans in een aantal gevallen ander werk opgedragen krijgen, of slechts een deel van de werkzaamheden die behoren bij hun functie, is een keuze van TSN en de gevolgen daarvan komen dan ook voor rekening en risico van TSN als werkgever. Dat het veranderde werkaanbod mogelijk mede het gevolg is van maatschappelijke ontwikkelingen en het dalen van de gemiddelde door opdrachtgevers betaalde tarieven maakt dat niet anders. De veranderingen in de thuiszorg spelen immers al jaren en TSN is daardoor zeker niet overvallen. Werknemers zijn wat hun functie betreft in het verleden ingedeeld in een functiegroep zoals bepaald in artikel 3.1 van de cao. Op grond van artikel 3.2 van de cao is vervolgens het salaris bepaald. Het uurloon wordt dus niet bepaald door de feitelijk verrichte werkzaamheden maar aan de hand van de functie-indeling. Door TSN is niet aannemelijk gemaakt dat de functie-indeling van eisers over de periode tot 18 mei 2015 onjuist is. Indien de werkzaamheden veranderen en niet meer overeenkomen met de functie-indeling zal op grond van artikel 11.2 lid 2 onderdeel b de herindelingsprocedure van artikel 11.3 van de cao gevolgd moeten worden. Dat is tot op heden niet gebeurd en leidt tot de conclusie dat het niet volgen van de herwaarderingsprocedure aan een salariswijziging in de weg staat.

Tussen partijen staat vast dat de arbeidsovereenkomst tussen werkneemster en TSN geen eenzijdig wijzigingsbeding bevat. Het antwoord op de vraag of aanvaarding van het voorstel in redelijkheid van eisers gevergd kan worden (art. 7:611 BW), wordt ontkennend beantwoord. TSN wentelt de mismatch tussen de salariëring van de verrichte werkzaamheden en de daartegenover staande inkomsten afkomstig van de opdrachtgevers af op de werknemers. De teruggang in salariëring is voor de werknemers aanzienlijk waarbij bedacht dient te worden dat zij zich bevinden in de onderste regionen van het salarisgebouw. Aannemelijk is dat de werknemers als gevolg van de achteruitgang in salaris in financieel zeer slecht weer belanden en dit problemen kan opleveren voor het voldoen van de vaste lasten. Ook heeft de achteruitgang in salaris gevolgen voor de pensioenopbouw, vakantiegeld, vakantie-uren en eventuele uitkeringen in het kader van de socialeverzekeringswetgeving. Door TSN is weliswaar een afbouwregeling aan werknemers aangeboden maar die afbouwregeling is uitermate beperkt qua omvang en duur. Alle omstandigheden in aanmerking nemende is de kantonrechter van oordeel dat van werkneemster niet gevergd kan worden het door TSN gedane wijzigingsvoorstel te aanvaarden. Het verweer van TSN dat naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid de belangen van werkneemster dienen te wijken voor het belang van TSN gelet op de slechte financiële toestand waar TSN in verkeert, wordt onder verwijzing naar hetgeen hiervoor is overwogen verworpen. TSN wordt veroordeeld tot betaling van het overeengekomen loon en achterstallig loon vanaf 18 mei 2015. In de procedures van de andere werknemers, is de kantonrechter tot hetzelfde oordeel gekomen (ECLI:NL:RBOVE:2015:5041, ECLI:NL:RBOVE:2015:5042, ECLI:NL:RBOVE:2015:5043, ECLI:NL:RBOVE:2015:5045, ECLI:NL:RBOVE:2015:5046).