Naar boven ↑

Rechtspraak

Stichting Onze Lieve Vrouwe Gasthuis/erven van werkneemster
Gerechtshof Amsterdam (Locatie Amsterdam), 1 december 2015
ECLI:NL:GHAMS:2015:5083

Stichting Onze Lieve Vrouwe Gasthuis/erven van werkneemster

Blootstelling aan asbest onvoldoende komen vast te staan. Werken in omgeving met asbest en passages uit dagboek overleden werknemer over ‘werkzaamheden met asbest’ onvoldoende.

Werkneemster heeft van 1 december 1973 tot en met 31 maart 1979 in loondienst gewerkt van het Onze Lieve Vrouwe Gasthuis, waarvan OLVG rechtsopvolgster is, in de functie van administratief assistente, later ook als doktersassistente. Zij was werkzaam in het Anna Paviljoen. In november 2007 is bij werkneemster longkanker vastgesteld. In december 2007 heeft zij OLVG aansprakelijk gesteld voor de schade die zij lijdt. Zij is 11 juli 2012 overleden. De kantonrechter heeft aansprakelijkheid aangenomen en verder overwogen dat een immateriële schadevergoeding van € 70.000 op zijn plaats is.

Het hof oordeelt als volgt. De erven van werkneemster hebben aangetoond dat er asbesthoudend materiaal aanwezig was in de omgeving waarin werkneemster werkzaam was. OLVG heeft aangevoerd dat passieve emissie van asbestvezels uit asbesthoudende materialen verwaarloosbaar is en dat vezels pas vrijkomen als de materialen worden bewerkt of gesloopt, bijvoorbeeld als men het materiaal gaat zagen, slijpen of schuren of erin gaat boren. De enkele aanwezigheid van asbest in het gebouw, leidt niet tot schadelijke blootstelling. De passages uit het dagboek van werkneemster dat sprake is geweest van een grote verbouwing en dat daardoor vermoedelijk blootstelling aan asbest is ontstaan, zijn onvoldoende om een daadwerkelijke blootstelling aan asbest aan te nemen.