Naar boven ↑

Rechtspraak

X/Royal Fassin B.V. en Delta Lloyd Schadeverzekering N.V.
Rechtbank Gelderland (Locatie Arnhem), 9 december 2015
ECLI:NL:RBGEL:2015:8249

X/Royal Fassin B.V. en Delta Lloyd Schadeverzekering N.V.

Arbeidsongeval zzp’er. Bewijsopdracht en noodzaak tot horen van getuigen over veiligheidsregels hoogwerker leiden tot afwijzing verzoeken in deelgeschilprocedure. Causaal verband en omvang schade onvoldoende onderbouwd.

 X exploiteerde een eenmanszaak genaamd Raamfolie Expert. In november 2014 heeft Royal Fassin aan Reflect Glasfilm opdracht gegeven ruiten van (productie)ruimten te beplakken met antibreukfolie. Reflect Glasfilm heeft op haar beurt daartoe opdracht gegeven aan X. Ten behoeve van de werkzaamheden was ter plaatse een hoogwerker beschikbaar. Op 30 december 2014 is X, die hoog in de wand van de productieruimte ruiten moest beplakken, vanuit de hoogwerker overgestapt op de hoogste plank van een palletstelling die tegen deze wand was blijven staan, om vanaf deze plank werkzaamheden te verrichten. X is daarbij met plank en al gevallen op de onderliggende plank van de stelling, een afstand van ongeveer 180 centimeter. X houdt Royal Fassin en Delta Lloyd aansprakelijk voor de schade als gevolg van zijn val. Royal Fassin en Delta Lloyd hebben aansprakelijkheid van de hand gewezen. X verzoekt Royal Fassin en Delta Lloyd te veroordelen tot betaling van de schade als gevolg van het ongeval, betaling van de (im)materiële schade, betaling van de behandelingskosten en de proceskosten. Royal Fassin en Delta Lloyd voeren verweer.

De rechtbank oordeelt als volgt. Royal Fassin en Delta Lloyd verwijten X in dit verband dat hij eigener beweging, zonder overleg met Reflect Glasfilm of Royal Fassin over de noodzaak daarvan, vanuit de hoogwerker op de stelling is gestapt. X heeft dat betwist en opgeworpen dat Jansen vooraf desgevraagd heeft verklaard dat het veilig was om de stelling te betreden. De in deze procedure overgelegde bewijsstukken bieden in dit verband geen uitsluitsel, met name niet omdat Jansen niet rept van vooroverleg over het betreden van de stelling. Bovendien is in dit verband relevant of X hem bekende veiligheidsregels voor het werken met een hoogwerker heeft overtreden. Bij deze stand van zaken kan niet tot een beslissing worden gekomen zonder bewijsopdracht en het horen van getuigen. De met een dergelijke instructie gepaard gaande tijd en moeite staan naar het oordeel van de rechtbank niet in verhouding tot de kans dat een vaststellingsovereenkomst tot stand zal komen. Het verzoek stuit daarom af op artikel 1019z Rv. Nu aansprakelijkheid c.q. volledige vergoedingsplicht niet vaststaan, ligt het niet in de rede dat een voorschot op schadevergoeding wordt opgelegd aan Royal Fassin en Delta Lloyd. Daar komt bij dat X onvoldoende aanknopingspunten heeft verschaft voor het beoordelen van de omvang van de schade. Dat zijn huidige klachten en beperkingen (volledig) het gevolg zijn van het ongeval kan enkel op basis van de verwijzing en de informatie van de fysiotherapeut niet worden vastgesteld. Het aanhalen van omzetcijfers van voor het ongeval is bovendien niet toereikend om een inschatting van de omvang van de schade te kunnen maken. Verder is het volgens X nog onzeker of hij uiteindelijk blijvende beperkingen aan het ongeval zal overhouden. Er bestaat daarom thans geen aanleiding aan Royal Fassin en Delta Lloyd de betaling van een voorschot op te leggen. Het verzoek is daarom evenmin toewijsbaar. Nu aansprakelijkheid niet vaststaat, zullen Royal Fassin en Delta Lloyd niet in deze kosten worden veroordeeld.