Holding X BV/werknemer

X is een onderdeel van de Vacansoleil Groep. De hoofdactiviteit van X is het project Iris Parc, waarin in eigen beheer campings worden opgericht en uitgebaat. Werknemer is van 1 november 2010 tot 1 november 2011 via een detacheringsbureau bij X gedetacheerd geweest in de functie van bouwmanager voor het project Iris Parc. Hij heeft toen voorgesteld om Iza Holland het werk (bouw van het park) te gunnen. Aansluitend is werknemer in dienst getreden van X als bouwmanager. Hij moest onder meer toezicht houden op het project. Op 4 juli 2012 is werknemer op staande voet ontslagen. Als reden wordt aangevoerd dat de kwaliteit van het project (de werkzaamheden van Iza Holland) onder de maat was en dat werknemer onvoldoende druk uitoefende op Iza Holland. Daar komt bij dat bleek dat werknemer gehuwd is met de 50% aandeelhoudster van Iza Holland. Nadat eerder geruchten over belangenverstengeling X ter ore was gekomen, heeft X werknemer hiernaar gevraagd. Werknemer heeft toen ontkennend geantwoord en niets vermeld over de positie van zijn vrouw.

Het hof oordeelt als volgt. Het hof komt tot de conclusie dat X in de loop der tijd de reden voor het ontslag verschuift van, kort gezegd, ‘de echtgenote van werknemer was ten tijde van het ontslag in juli 2012 nog statutair directeur en aandeelhouder van Iza Holland’ naar ‘Werknemer heeft verzwegen dat zijn echtgenote ten tijde van het sluiten van de overeenkomst met Iza Holland, statutair directeur en aandeelhouder was van Iza Holland’. Dat laatste is echter niet de ontslagreden geweest. Nu X thans niet stelt dat in juli 2012 de echtgenote van werknemer nog aandeelhoudster en tevens statutair directrice van Iza Holding was, is de juistheid van de door X gegeven reden voor het gegeven ontslag niet komen vast te staan. X gaat er zelf ook van uit dat de echtgenote van X haar belang reeds op 15 februari 2011 heeft opgegeven.