Rechtspraak
Rechtbank Limburg (Locatie Maastricht), 11 februari 2016
ECLI:NL:RBLIM:2016:1190
Medpace Medical Device B.V./werknemers
Op 29 januari 2015 heeft werknemer X het dienstverband met Medpace opgezegd. Vervolgens heeft werknemer X de vennootschappen MedQ Holding B.V. en MedQ Consultants B.V. opgericht. MedQ houdt zich met dezelfde activiteiten bezig als Medpace (de medische hulpmiddelenmarkt). Op 31 maart 2015 heeft werknemer Y het dienstverband met Medpace opgezegd. Aansluitend is werknemer Y bij MedQ in dienst getreden. Thans verzoekt Medpace werknemers X en Y te veroordelen om met onmiddellijke ingang alle aan Medpace toebehorende gegevens, bestanden en bescheiden aan Medpace te retourneren. Tevens verzoekt Medpace werknemers X en Y te bevelen om hun activiteiten op het gebied van Regulatory en Quality Services voor klanten en voormalige klanten van Medpace met onmiddellijke ingang te staken. Medpace voert hiertoe het volgende aan. Medpace stelt dat werknemers X en Y stelselmatig gebruik hebben gemaakt van de kennis en gegevens die zij tijdens hun dienstverband met Medpace hebben verkregen. Werknemers X en Y voeren gemotiveerd verweer.
De voorzieningenrechter oordeelt als volgt. Betwijfeld wordt of Medpace het gelijk aan haar zijde zal krijgen in een eventueel aanhangig te maken bodemprocedure. Daarbij wordt in het midden gelaten of Medpace wel of niet ontvankelijk is. Immers, niet is komen vast te staan dat de documenten en informatie zoals gesteld door Medpace en gebruikt door werknemers uniek én eigendom zijn/waren van Medpace. Medpace kan, gelet op de gemotiveerde betwisting van werknemers, niet volstaan met alleen het blote stellen dat de onderwerpelijke documenten haar eigendom waren/zijn en dat deze uniek zijn. Zeker nu onweersproken is komen vast te staan dat de documenten en informatie vrijelijk via internet kunnen worden verkregen. Daarnaast ontbreekt iedere verdere onderbouwing van de gestelde concurrerende activiteiten van werknemers met klanten van Medpace evenals dat daarbij het initiatief zou zijn uitgegaan van werknemers. Zo zijn er geen verklaringen van die klanten of andere gegevens waaruit kan worden afgeleid dat de beweringen van Medpace juist zijn, althans het verweer van werknemers niet klopt. Dit leidt de voorzieningenrechter tot de conclusie dat niet, althans onvoldoende aannemelijk is geworden dat werknemers de haar verweten onrechtmatige gedragingen hebben gepleegd. De gevorderde voorzieningen worden daarom afgewezen.