Capita Selecta Studieondersteuning B.V./werknemer

Werknemer heeft vanaf 1 oktober 2009 tot 17 maart 2014 werkzaamheden verricht voor Capita Selecta Studieondersteuning B.V. (hierna: Capita Selecta). In eerste instantie op grond van een overeenkomst van opdracht en nadien, in ieder geval vanaf 1 januari 2012, op basis van een arbeidsovereenkomst. Vanaf voornoemde datum is werknemer werkzaam geweest als Business Unit Manager. In de laatstgesloten arbeidsovereenkomst staat onder meer een concurrentie- en een relatiebeding opgenomen. Op 12 december hebben partijen een beëindigingsovereenkomst gesloten, waarin zij elkaar finale kwijting hebben verleend. Op 23 juli 2014 heeft werknemer Capita Selecta geïnformeerd over zijn voornemen te gaan werken bij StudeerSnel. Werknemer is vervolgens werkzaamheden voor StudeerSnel gaan verrichten. Capita Selecta vordert veroordeling van werknemer tot betaling van een bedrag van € 124.200. Capita Selecta legt hieraan ten grondslag dat werknemer het tussen partijen gesloten concurrentie- en relatiebeding heeft overtreden. Werknemer concludeert tot niet-ontvankelijkverklaring, nu de finale kwijting die is overeengekomen in de beëindigingsovereenkomst eveneens betrekking heeft op het concurrentie- en relatiebeding. Bovendien heeft Capita Selecta niet aangetoond dat er schade is veroorzaakt door de activiteiten van werknemer. Werknemer vordert in voorwaardelijke reconventie dat het concurrentiebeding wordt vernietigd, dan wel dat de boetebedingen worden gematigd tot nihil.

De kantonrechter oordeelt als volgt. Uit de tekst van de beëindigingsovereenkomst en de bedoeling van partijen is niet af te leiden dat de finale kwijting meer heeft omvat dan de finale kwijting op financieel gebied. Tussen partijen staat voorts vast dat in het kader van het opstellen van de beëindigingsovereenkomst niet is gesproken over het overeengekomen concurrentie- en relatiebeding. Uit mailberichten van de hand van werknemer blijkt dat het werknemer bekend is dat Capita Selecta voormalige arbeidskrachten houdt aan de overeengekomen concurrentie- en relatiebedingen nu hij immers zelf de persoon is geweest die de betreffende personen heeft aangesproken op de van toepassing zijnde concurrentie- en relatiebedingen. Dat dit voor werknemer in zijn (voormalige) functie van Business Unit Manager anders zou zijn, ligt dan ook geenszins voor de hand. De in de arbeidsovereenkomst opgenomen concurrentie- en relatiebedingen zijn dan ook van toepassing gebleven en hebben eerst hun werking verloren één jaar na 17 maart 2014. Capita Selecta en StudeerSnel zijn beide ondernemingen die zich begeven op de studie-ondersteunende markt van universitair studenten. Ter comparitie is gebleken dat werknemer ten behoeve van StudeerSnel in Amsterdam een lucratief onderdeel tot stand heeft gebracht, terwijl Capita Selecta al langere tijd poogde hier succesvol te ondernemen. Hiermee is voldaan aan de voorwaarde in het concurrentiebeding inhoudende dat schade voor Capita Selecta redelijkerwijs is te verwachten. Het voorgaande geldt echter niet ten aanzien van de gestelde overtreding van het relatiebeding. De conclusie is dat werknemer boetes heeft verbeurd door overtreding van het concurrentiebeding. Gelet op de beperkte duur van het dienstverband sedert het moment van ondertekening van het onderhavige concurrentiebeding, de hoogte van het laatstgenoten salaris van werknemer bij Capita Selecta, alsmede de omstandigheid dat door Capita Selecta op geen enkele wijze inzicht is gegeven in de door haar geleden schade gedurende de periode dat het concurrentiebeding nog van kracht was, is de kantonrechter van oordeel dat de door werknemer verbeurde boetes gesteld dienen te worden op een bedrag van € 10.000.