Rechtspraak
Gerechtshof Den Haag (Locatie 's-Gravenhage), 9 augustus 2016
ECLI:NL:GHDHA:2016:2442
werknemer/Haagse Milieu Services
Werknemer (geboren 1967) is in 1995 in dienst getreden bij (de rechtsvoorgangster van) HMS als chauffeur/belader en hield zich bezig met het ophalen van afval. Naar aanleiding van een anonieme melding dat medewerkers van Van Gansewinkel en HMS betrokken zouden zijn bij het aannemen van bovenmatige volumes afval (grotere volumes dan voorzien in de overeenkomst met Van Gansewinkel/HMS) en het aannemen van beloningen van derden hiervoor, is Van Gansewinkel een onderzoek gestart. Uit het onderzoek volgt dat werknemer bij verschillende klanten meer vuil aanneemt dan is afgesproken. Nadat werknemer met de resultaten van het onderzoek is geconfronteerd en zich heeft uitgelaten over de feiten, wordt hij op staande voet ontslagen, vanwege het in strijd met het hem bekende en ter zake stringent gevoerde beleid (a) extra volumes afval heeft opgehaald, zonder die extra ledigingen (volledig) te vermelden in de boordcomputer, alsmede (b) voor het meenemen van extra afval beloningen van derden heeft aangenomen. De kantonrechter heeft het vernietigingsverzoek van werknemer afgewezen. Op verzoek van de werkgever is de arbeidsovereenkomst voorwaardelijk ontbonden en geoordeeld dat werknemer geen recht heeft op een transitievergoeding.
Het hof oordeelt als volgt. Hoewel het hof van oordeel is dat de wijze van verhoor niet de schoonheidsprijs verdient, ziet het hof geen aanleiding om de verklaring die werknemer op 2 juli 2015 heeft afgelegd geheel buiten beschouwing te laten. Dit neemt niet weg dat voldoende aannemelijk is geworden dat werknemer door de wijze van vraagstelling en het tonen van de beelden van een afvalinname waarbij hij niet betrokken was in elk geval ten dele op het verkeerde been is gezet, zodat de enkele verklaring van werknemer van 2 juli 2015 niet toereikend is voor de onderbouwing van de dringende reden voor ontslag op staande voet. Werknemer betwist ook dat hij geld heeft ontvangen voor het extra werk. Volgt aanhouding en bewijsopdracht.