Rechtspraak
Rechtbank Amsterdam (Locatie Amsterdam), 5 september 2016
ECLI:NL:RBAMS:2016:5940
Stichting Cordaan/werknemer
Werknemer is in dienst van Cordaan en is laatstelijk werkzaam in de functie van Verzorgende A. Op 4 mei 2016 rond 8:30/9 uur trof een medewerker van Cordaan een dementerende cliënte aan, hangend in de tillift boven het toilet in haar woning. Later bleek dat zij daar de avond daarvoor door werknemer om 17:52 uur op was gezet, waarna hij haar was vergeten. De medewerkster van de nachtdienst had dit niet opgemerkt. Op 4 mei 2016 heeft Cordaan werknemer op non-actief gesteld. Op 12 mei 2016 heeft Cordaan met werknemer een tweede verantwoordingsgesprek gevoerd waarbij de uitkomst van onderzoek naar camerabeelden en de aftekenlijst voor medicatie is besproken. Op 20 mei 2016 is bij werknemer darmkanker vastgesteld, in verband waarmee hij zich op 23 mei 2016 ziek heeft gemeld. De arbo-arts heeft werknemer hersteld verklaard met ingang van 8 augustus 2016. Cordaan verzoekt de arbeidsovereenkomst met de werknemer te ontbinden op grond van artikel 7:671b lid 1 onderdeel a jo. 7:669 lid 3 onderdeel e en g BW.
De kantonrechter oordeelt als volgt. Het ontbindingsverzoek houdt geen verband met de ziekte en werknemer is inmiddels hersteld verklaard. Voorop staat dat Cordaan terecht stelt dat werknemer op onaanvaardbare wijze is tekortgeschoten in de aan hem toevertrouwde zorg voor de onderhavige afhankelijke cliënte door te vergeten dat hij haar op het toilet had gezet, waardoor zij daar onacceptabel lang heeft gezeten. Voorts valt het werknemer ernstig aan te rekenen dat hij twee keer niet naar waarheid heeft gerapporteerd. Voor zover Cordaan van mening is dat ongeacht de verdere omstandigheden van het geval in het licht van de ernst van deze tekortkomingen sowieso ontbinding dient te volgen wordt zij daarin echter niet gevolgd. Bij de beoordeling zal ook moeten worden betrokken in hoeverre de werksituatie of persoonlijke omstandigheden van werknemer de mogelijkheid van het maken van fouten hebben bevorderd, of er verzachtende omstandigheden zijn, of Cordaan het risico loopt op herhaling, de houding van werknemer ten aanzien van de gebeurtenissen en of werknemer bereid is om zijn werkwijze aan te passen, alsmede de duur en het verloop van het dienstverband van werknemer en de gevolgen voor hem van een ontslag.
Vast staat dat werknemer op de bewuste avond meer verantwoordelijkheden had dan op grond van de standaardbezetting. Op papier droeg werknemer die avond de eindverantwoordelijkheid voor de zorg van 36 bewoners in plaats van 12 bewoners. Daar komt de situatie van de terminale patiënt bij. Cordaan heeft niet aangetoond dat er een afspraak gold of duidelijk is gecommuniceerd op grond waarvan werknemer gehouden was om zelf de zorg voor deze cliënt op zich te nemen. Werknemer heeft verder verklaard dat hij de Helpende heeft ingedeeld bij deze cliënt op haar uitdrukkelijk verzoek vanwege haar contacten met de familie. Dit komt niet als onzorgvuldig of onbegrijpelijk over. Werknemer had door deze situatie verder wel een extra verantwoordelijkheid, zo moest hij bijvoorbeeld morfine toedienen. Voorts kan betwijfeld worden of Cordaan haar medewerkers voldoende duidelijk en frequent heeft gewezen op het belang van het houden van een controleronde in de avonddienst, zodat iedereen zich van dat voorschrift bewust was. Dat dit mogelijkerwijze niet het geval is kan worden afgeleid uit de prisma-analyse van Cordaan. Veder wordt van belang geacht dat werknemer ter zitting heeft erkend dat hij ernstig tekort is geschoten en heeft laten blijken dat hij zich daarover enorm schuldig voelt. Alle ontwikkelingen de afgelopen periode hebben er zelfs toe geleid dat hij in een depressie is geraakt waarvoor hij antidepressiva gebruikt. Werknemer heeft zich afgevraagd hoe een en ander heeft kunnen gebeuren, want dit heeft hij nog nooit meegemaakt. Aannemelijk wordt geacht dat werknemer al op 3 mei 2016 de door hem gestelde klachten ten gevolge van de op 20 mei 2016 vastgestelde darmkanker ondervond en dat dit een mogelijke verklaring is dat hij na 25 jaar goed functioneren onderhavige fouten heeft gemaakt. Dit alles biedt ook het perspectief dat na herstel van de ziekte van werknemer geen herhaling zal plaatsvinden. Tot slot wordt bij het oordeel betrokken de lange duur van het dienstverband en het goede functioneren van werknemer al die jaren, alsmede de ernstige gevolgen die ontbinding van de arbeidsovereenkomst voor werknemer zou hebben. Voor zover Cordaan het verzoek baseert op een verstoorde arbeidsrelatie wordt daaraan voorbijgegaan omdat daarvoor een zelfstandige grondslag ontbreekt en deze grond volledig is gebaseerd op het verloop van gebeurtenissen op 3 mei 2016 terwijl daarvoor nog een uitstekende beoordeling is gegeven. Volgt afwijzing van het ontbindingsverzoek.