Naar boven ↑

Rechtspraak

Bero Banket B.V./werkneemster
Rechtbank Limburg (Locatie Maastricht), 21 oktober 2016
ECLI:NL:RBLIM:2016:9150

Bero Banket B.V./werkneemster

Ontbindingsverzoek werkgever (g-grond en e-grond) wordt afgewezen. Loonvordering werknemer wordt deels toegewezen, nu het toeslagen betreft over periodes waarin relevante cao-bepalingen algemeen verbindend waren verklaard.

Bero Banket is een groothandel in koek- en banketproducten. Werkneemster is op 10 februari 2010 krachtens arbeidsovereenkomst bij Bero Banket in dienst getreden als magazijnmedewerkster. Op 3 november 2015 heeft werkneemster zich ziek gemeld. Vanaf 21 december 2015 is zij gestart in haar eigen functie, vanaf 4 januari 2016 voor vier keer vier uur per week. Bij brief van 15 februari 2016 is werkneemster door Bero Banket gewaarschuwd omdat zij zich negatief heeft uitgelaten over de organisatie en de zaakvoerder van Bero Banket (de directeur). Op 15 februari 2016 heeft Bero Banket werkneemster voor de rest van de week met behoud van loon vrijgesteld van werk, omdat werkneemster de schriftelijke waarschuwing niet wilde ondertekenen en het daarin genoemde geheimhoudingsbeding heeft geschonden. Bero Banket heeft op 19 februari 2016 een voorstel aan werkneemster gedaan om de arbeidsovereenkomst met wederzijds goedvinden te beëindigen. Werkneemster heeft daar niet mee ingestemd. Bero Banket heeft een mediator ingeschakeld. Op 1 april 2016 heeft een eerste (en enige) mediationsessie met partijen plaatsgevonden. Op 29 april 2016 heeft de directeur van Bero Banket aangifte bij de politie gedaan omdat werkneemster hem op 23 april 2016 in een uitgaansgelegenheid in Landgraaf zou hebben bedreigd en tevens bier over hem heen zou hebben gegooid. Tot en met juni 2016 is werkneemster nog enkele malen op het spreekuur bij de bedrijfsarts verschenen. Zij heeft evenwel geen werkzaamheden meer voor Bero Banket verricht. Bero Banket verzoekt om de arbeidsovereenkomst met werkneemster te ontbinden met ingang van 1 september 2016, zonder toekenning van enige vergoeding. Werkneemster voert verweer en vraagt de kantonrechter om een transitievergoeding en billijke vergoeding indien het verzoek tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst wordt toegewezen. Bij wege van zelfstandig tegenverzoek verzoekt werkneemster Bero Banket te veroordelen tot betaling aan haar van onder meer (1) een bedrag van € 16.763,18 bruto inzake niet-uitgekeerd loon en wettelijke verhoging en (2) een bedrag van € 244,20 bruto inzake niet-uitgekeerde toeslagen op grond van de toepasselijke cao.

De kantonrechter dient te beoordelen of sprake is van een ernstig en duurzaam verstoorde arbeidsverhouding. Ter zitting heeft de kantonrechter weliswaar geconstateerd dat de verhouding tussen de directeur van Bero Banket en werkneemster is verstoord, maar die vaststelling betekent niet dat werkneemster op de werkvloer niet langer kan worden gehandhaafd. Voorts heeft een aantal collega’s van werkneemster via WhatsApp laten weten dat zij altijd prettig met haar hebben samengewerkt. Ten slotte weegt niet in het voordeel van Bero Banket mee dat de mediation slechts uit één sessie bestond. Uit het vorenstaande volgt dat er géén redelijke grond voor ontbinding van de arbeidsovereenkomst als bedoeld in artikel 7:669 lid 3 onderdeel g BW is. Vervolgens de e-grond. Vanaf 15 februari 2016 is werkneemster niet meer op de werkvloer aanwezig geweest, zodat zonder nadere toelichting niet kan worden ingezien waarin verwijtbaar handelen van werkneemster in de periode nadien is gelegen. Uit de schriftelijke waarschuwing van 15 februari 2016 blijkt dat werkneemster alleen maar is gewaarschuwd vanwege het beweerdelijk negatief uitlaten over de organisatie en de zaakvoerder van Bero Banket. Al met al is niet gebleken dat werkneemster verwijtbaar heeft gehandeld en/of nagelaten, zodat de e-grond niet is vervuld en geen redelijke grond voor opzegging van de arbeidsovereenkomst oplevert. Dan de tegenverzoeken. Werkneemster maakt aanspraak op betaling van haar loon conform AVV over de periode 1 januari 2013 tot 1 mei 2013, 1 oktober 2014 tot 1 april 2015 en 1 april 2016 tot 1 oktober 2016. De conclusie is dat ervan uit moet worden gegaan dat Bero Banket valt onder de werkingssfeer van de algemeen verbindend verklaarde cao-bepalingen. Dit betekent dat het door werkneemster becijferde bedrag van € 7.484,62 bruto toewijsbaar is. De niet-tijdige betaling van het loon is aan Bero Banket toe te rekenen. Dit brengt mee dat zij ingevolge artikel 7:625 BW de wettelijke verhoging verschuldigd is.